Bomen zien er heel anders uit: er zijn kleine bomen, grote bomen, sommige met een slanke groei, sommige met een bolvormige of extreem uitgestrekte kroon. De karakteristieke verschijningsvormen worden voor een groot deel bepaald door het wortelstelsel van de boom. Dit is weer afhankelijk van de natuurlijke leefomgeving van de boom. Of het nu hartgeworteld, ondiepgeworteld of diepgeworteld is: elk systeem brengt zijn eigen problemen voor tuinbomen met zich mee. Lees waar je op moet letten bij diepgewortelde bomen.

Welke bomen zijn typische diepgewortelde bomen?
Diepgewortelde bomen zijn bomen met een hoofdwortel die diep groeit, vaak enkele meters diep. Typische diepgewortelde bomen zijn taxus, eik, es, dennen, lariks, linde, robinia en jeneverbes. De voordelen van deze wortelstructuur zijn een betere water- en voedingsstoffentoevoer, stabiliteit en bescherming tegen stormschade.
Wat zijn diepgewortelde planten?
Diepgewortelde bomen vormen een hoofdwortel die diep groeit - tot tien meter of meer, afhankelijk van de boomsoort. Een aantal zijwortels vertakken zich van deze primaire wortel, maar vervullen niet dezelfde essentiële voedingsfunctie als bij hartplanten of planten met ondiepe wortels. Vergeleken met andere wortelsystemen hebben diepgewortelde planten enkele voordelen:
- Het bereiken van waterpoelen diep in de aarde
- Settlement van droge en koude locaties mogelijk
- Bescherming tegen wind-/stormschade dankzij verankering
- Diepe wortels beschadigen funderingen, paden en andere structuren niet
Problemen in de tuin
Maar het sterke voordeel van een diepgewortelde plant, de penwortel, kan ook een nadeel zijn, vooral in de tuin. Door hun stabiliteit kunnen diepgewortelde bomen vaak erg hoog worden; de boom staat immers stevig verankerd in de grond. Sommige sequoiasoorten met een hoogte van meer dan 100 meter zijn hiervan een goed voorbeeld. Veel bosbomen zijn bovendien diepgeworteld en bereiken soms een hoogte tussen de 30 en 40 meter. Maar het zijn niet alleen de enorme afmetingen die een probleem kunnen vormen in de tuin, maar ook de wortels zelf. Als de boom verplaatst moet worden, zijn de wortels, die enkele meters diep zijn, lastig uit te graven en vergen veel inspanning. In plaats daarvan wordt hij vaak gekapt of anderszins beschadigd, waardoor de boom daarna vaak afsterft.
Diepgewortelde bomen
Doorgaans komen diepgewortelde bomen vooral voor in droge gebieden; ze moeten immers de waterlagen bereiken, die ook erg diep zijn. Sommige soorten ontwikkelen echter pas penwortels als ze jong zijn en zetten deze vervolgens om in een hartwortelsysteem als ze volgroeid zijn.
Taxus (Taxus baccata)
De taxus, die erg populair is in tuinen, staat niet alleen bekend om zijn giftigheid, hij is ook extreem diepgeworteld. De conifeer, die tot 20 meter hoog kan worden, ontwikkelt penwortels die minimaal twee meter diep zijn en afhankelijk van de standplaats aanzienlijk dieper kunnen reiken. Naarmate de leeftijd vordert, groeien veel fijne wortels dicht bij het oppervlak.
Eiken (Quercus)
Eiken ontwikkelen een sterk wortelgestel dat ongeveer 30 tot 40 centimeter diep in de grond reikt. Ze worden echter als moeilijk te transplanteren beschouwd en sterven vaak bij een dergelijke poging.
As (Fraxinus excelsior)
Hoewel de es wel 40 meter hoog kan worden, reikt de penwortel maximaal anderhalve meter diep in de aarde. Essenbomen behoren tot de hoogste inheemse bomen in Duitsland.
Pen (Pinus)
Met een worteldiepte tot tien meter is de den de klassieke diepwortelaar.
Lariks (Larix)
De lariksbomen, die tot 50 meter hoog kunnen worden, behoren botanisch tot de dennenfamilie. De penwortel kan tot twee meter diep worden.
Linde (Tilia)
De penwortels van de lindebomen groeien ook ongeveer twee meter diep.
Robinia / pseudo-acacia (Robinia pseudoacacia)
De zwarte sprinkhaan, oorspronkelijk uit Noord-Amerika, kan wel 40 meter hoog worden, terwijl de penwortel tot drie meter diep door de grondlagen graaft.
Jeneverbes (Juniperus)
Wees voorzichtig bij het planten van een jeneverbessenhaag: Juniperus ontwikkelt penwortels tot zes meter diep die zeer moeilijk te verwijderen zijn.
Tip
Sommige soorten, zoals de walnotenboom, vormen pas als jonge boom penwortels en ontwikkelen later een ondiep wortelstelsel.