De meeste naaldbomen worden als robuust beschouwd, maar kunnen nog steeds worden aangevallen door verschillende ziekteverwekkers. Vooral levensbomen (thuja) en sparren lopen gevaar, bijvoorbeeld door schimmels. Veel van de micro-organismen beïnvloeden verschillende soorten, maar sommige zijn zeer gespecialiseerd.
Welke ziekten kunnen coniferen treffen en hoe kunnen ze worden voorkomen?
Naaldboomziekten kunnen worden veroorzaakt door schadelijke schimmels, locatiefouten of onderhoudsfouten. Veel voorkomende parasitaire ziekten zijn roest, naaldbruin, wortel- en stengelrot, afsterven van Pestalotia-takken en grijze schimmel. Preventie kan worden bereikt door middel van een geschikte locatiekeuze, bodemgesteldheid en verzorging.
Ziekten veroorzaakt door locatie- of zorgfouten
Naast een eenvoudige besmetting met een schadelijke schimmel of andere ziekteverwekker kan een conifeer ook ziek worden door een ongeschikte standplaats en/of onjuiste verzorging. De oorzaken sluiten elkaar niet uit, maar zijn eerder van elkaar afhankelijk: veel micro-organismen vallen vooral bomen aan die al zwak zijn en zichzelf niet meer kunnen verdedigen. Om ziekte te voorkomen, moet je vooral deze oorzaken vermijden:
- ongeschikte locaties (te veel/te weinig licht)
- verdichte grond / wateroverlast
- droge grond
- lange, droge vorstperioden in de winter
- Voedingstekort (zeldzaam)
- Overbemesting (vaker)
Veelvoorkomende parasitaire ziekten
Als er tekenen van ziekte verschijnen op een conifeer, kunnen deze verschillende oorzaken hebben. De naalden zijn vaak aangetast, worden bruin en vallen eraf.
Roest
Er zijn verschillende roestschimmels, zoals dennenbellenroest en jeneverbessenroest (de laatste veroorzaakt de gevreesde perenroest bij peren), die het transport van water in de stam en takken belemmeren. Als gevolg hiervan worden geïnfecteerde boomdelen bruin en sterven ze uiteindelijk door gebrek aan voeding.
pin tan
Het bruin worden van naaldbomen zorgt er ook voor dat scheuten en takken afsterven, wat wordt veroorzaakt door verschillende schimmels. De ziekte openbaart zich vaak in de lente, wanneer individuele scheutpunten eerst bruin worden en vervolgens afsterven.
Wortel- en stengelrot
Deze ziekte staat ook bekend als de Phytophthora-ziekte en wordt veroorzaakt door de in de bodem levende schimmel Phytophthora cinnamomi. De infectie treedt voornamelijk op als gevolg van drassige grond, waarbij eerst de wortels rotten en later de stam. Een typisch teken zijn sponsachtige, paarsgekleurde gebieden op zowel de wortels als de stam.
Pestalotia-taksterft
Dit is een zwakteparasiet die vooral reeds verzwakte coniferen aantast. Pestalotia funerea zorgt ervoor dat de scheutpunten grijs worden.
Grijs paard
Botrytis cinerea heeft een groot waardplantenassortiment en stopt niet bij coniferen. Infectie vindt voornamelijk plaats in koude, vochtige bronnen en zorgt ervoor dat de jonge, nog zachte scheutpunten bruin worden.
Tip
Sommige ziekten treffen alleen bepaalde soorten naaldbomen, terwijl aangrenzende bomen niet worden aangetast. De oorzaak zijn micro-organismen of plagen die zich op bepaalde gastheren hebben gespecialiseerd. Een typisch voorbeeld is de dennenschuur, waar een groot deel van de naalden wordt afgeworpen.