De bekendste Kalanchoë-variëteiten zijn waarschijnlijk de variëteiten die onze huizen verfraaien met hun kleurrijke bloemen. De dikbladige planten die afkomstig zijn uit Madagaskar en de tropische gebieden van Azië en Afrika omvatten echter ongeveer 150 soorten, zoals:
Welke Kalanchoë-soort is het meest bekend?
De bekendste Kalanchoë-soorten zijn het vlammende katje (Kalanchoe blossfeldiana), de Madagascar-bel (Kalanchoe miniata), het kattenoor (Kalanchoe tomentosa), het olifantsoor (Kalanchoe beharensis) en de broedbladsoort (Kalanchoe daigremontiana). Het zijn populaire kamerplanten met verschillende groeivormen en bloemkleuren.
- Kalanchoe blossfeldiana (Flaming Kat)
- Kalanchoe miniata (klokken uit Madagaskar)
- Kattenoor (Kalanchoe tomentosa)
- Olifantenoor (Kalanchoe beharensis)
- Kalanchoe daigremontiana (broedbladsoort)
waar we hier wat meer in detail op willen ingaan.
Flaming Kat (Kalanchoe blossfeldiana)
De naam van deze veelkleurige Kalanchoë eert de Duitse plantenveredelaar Robert Blossfeld. De vetplant, die zelden hoger wordt dan dertig centimeter, is met zijn donkergroene bladeren waarschijnlijk een van die kamerplanten die iedere plantenliefhebber wel eens in zijn bezit heeft gehad. Oorspronkelijk altijd rood, het kleurenpalet van de bloemen varieert nu van wit over geel en oranje tot roze en paarse tinten.
Kalanchoe miniata (klokken uit Madagaskar)
Deze Kalanchoë's, die een hoogte bereiken tussen de dertig en tachtig centimeter, gedijen oorspronkelijk in centraal Madagaskar. De bloeiwijze ziet er dankzij de kleine, hangende belletjes bijzonder aantrekkelijk en heerlijk kwetsbaar uit.
Kattenoor (Kalanchoe tomentosa)
Deze soort, afkomstig uit Madagaskar en ook veelvuldig gekweekt, heeft een bossige, compacte groeiwijze. De bladeren van de plant, die tot 50 centimeter hoog worden, zijn langwerpig, smal en aan beide zijden bedekt met een licht, fluweelachtig dons. De rand is slechts licht gekarteld en voorzien van prachtige bronskleurige stippen.
Olifantenoor (Kalanchoe beharensis)
Deze Kalanchoë heeft relatief grote, zeer vlezige bladeren, waarvan het uiterlijk sterk doet denken aan olifantenoren. De boven- en onderkant hebben een fluweelachtige, viltige structuur, de randen zijn golvend. Deze Kalanchoë is een van de grootste soorten, hij kan wel twee meter hoog worden en behoort helaas tot de giftige planten.
Kalanchoe daigremontiana (broedbladsoort)
Het broedblad heeft altijd nakomelingen bij zich, omdat de uitlopers direct aan de bladranden van de moederplant groeien. Van hieruit vallen ze op de aarde, waar ze direct groeien. Volgens de huidige wetenschappelijke kennis zijn de broedbladsoorten slechts nauwe verwanten van de Kalanchoë, maar toch willen we ze hier kort opsommen. De onafhankelijke plantenfamilie omvat ongeveer 30 variëteiten. Onder hen is de beroemde Goethe-plant (Bryophyllum calycinum) en deze variëteiten:
Bryophyllum pinnatum
De lichtgroene, driehoekige bladeren van het broedblad zijn ongeveer tien centimeter lang en getand. Op elke tand vormen zich nieuwe planten, al met een kleine kluit.
Regulier broedblad (Bryophyllum daigremontianum)
Deze Kalanchoë groeit als een struik, met bruingevlekte, smalle bladeren. Hij draagt zijn kinderen alleen op de buitenste punt van het blad. In botanische tuinen wordt de verspreiding van deze plant soms erg vervelend, omdat de kinderen op elke mogelijke plek gedijen.
Tip
Het is een broedblad dat Goethe beschreef in zijn gedicht “De metamorfose van planten”. De grote Duitse dichter was zijn hele leven geïnteresseerd in plantkunde; de Kalanchoë zou een van zijn favoriete planten zijn geweest.