De hazelnoot is een inheemse boom die goed is aangepast aan de omgevingsomstandigheden. Het wordt zelden aangevallen door ongedierte. Er zijn echter enkele soorten die af en toe of vaak in de struik kunnen worden waargenomen. In de meeste gevallen is controle niet nodig.

Welke plagen komen voor op hazelnootstruiken en hoe bestrijd je ze?
Typische plagen op hazelnootstruiken zijn de hazelnootboorder, de hazelnootknopgalmijt en hazelnootbladluizen. Om plagen te verminderen, verzamel gevallen noten, gebruik nematoden, moedig natuurlijke vijanden aan en snij geïnfecteerde knoppen af.
Dit zijn typische plagen:
- Hazelnootboorder: komt heel vaak voor op bomen
- Hazelnootknopgalmijt: is van middelmatig belang als plaag
- Hazelnootbladluizen: behoren tot de af en toe voorkomende plaaginsecten
Hazelnootboor
De vrouwelijke insecten plaatsen hun eieren in de onrijpe hazelnoten met behulp van een legboor. Per noot ontwikkelt zich één larve, die na het uitkomen de pit opeet. Een klein gaatje duidt op een besmetting in een vroeg stadium. Volwassen hazelnootboorders voeden zich met de bladeren. Zodra de vruchten op de grond vallen en de keverlarven volgroeid zijn, vergroten ze het gat en graven ze zich in de grond, waar ze overwinteren.
Wat je kunt doen
Smeer vanaf eind augustus een plastic vlies onder de hazelnootstruik. Zo voorkom je dat de maden zich terugtrekken in het substraat. Controleer dagelijks de grond op afgevallen noten en gooi deze weg bij het huishoudelijk afval. Om het ongedierte in de bodem te doden, zijn SC-nematoden (€ 12,00 op Amazon) nuttig gebleken. Vanaf september worden deze via gietwater toegediend. De maatregelen zullen de besmetting van deze snuitkevers volgend jaar aanzienlijk verminderen.
Hazelnootknopgalmijt
De zogenaamde ronde knoppen zijn typerend voor een plaagplaag. De galmijten vallen van juni tot juli verse knoppen aan. Hun larven veroorzaken de vorming van galachtige structuren die doen denken aan spruitjes. De gallen dienen als overwinteringsverblijf voor de mijtenlarven. De knopbladeren zijn vaak gespreid, waarbij de knopontwikkeling stagneert. Tijdens de wintermaanden worden ze groter door te zuigen. Vanaf mei drogen de onvolgroeide plantendelen uit. Af en toe vallen de schadelijke insecten ook bloemen aan.
Wat helpt ertegen
Roofmijten zoals Kampimodromus aberrans en coryli behoren tot de natuurlijke vijanden. Hazelnootgalmijten komen doorgaans niet voor in grote populaties. Ze tasten individuele knoppen aan, zodat de struik geen grote schade oploopt. In de meeste gevallen is het voldoende als u de aangetaste knoppen afsnijdt en deze bij het huishoudelijk afval weggooit.
Hazelnootbladluizen
Bladluizen nestelen zich in de lente en zomer op de onderkant van bladeren en jonge scheuten. Hun lichaam is geelachtig en transparant of lichtgroen van kleur, waardoor het ongedierte goed gecamoufleerd is. Hun kleverige afscheidingen, honingdauw genaamd, geven een indicatie van een plaagplaag. Deze dikke coatings vormen een voedingsbodem voor roetachtige schimmels.
Heeft vechten zin?
Aangezien de plantensapzuigers niet gevaarlijk zijn voor de hazelnootstruiken, is controle niet nodig. Stimuleer in plaats daarvan natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes, gaasvliegen en sluipwespen in uw tuin. Hoe diverser de fauna is, hoe beter een natuurlijk evenwicht tot stand kan worden gebracht en ongedierte automatisch wordt gedecimeerd.