Rozen mogen niet te dicht geplant worden, omdat dit de besmetting bevordert, vooral bij zwarte schimmel. Maar ook andere schimmelpathogenen kunnen zich sneller verspreiden als de beplanting te dichtbij staat. Kortom, breedgroeiende rozen hebben een grotere afstand nodig dan slanke, hoge variëteiten. De plantengroei en dus ook de optimale afstanden zijn echter afhankelijk van het specifieke klimaat en de bodemgesteldheid.
Welke plantafstand moet je plannen voor rozen?
De ideale plantafstand voor rozen varieert afhankelijk van de variëteit: dwergrozen 30-40 cm, bedrozen 40-50 cm, struikrozen afhankelijk van de hoogte, klimrozen 2-4 cm, bodembedekkende rozen 40-150 cm en rozen voor heggen 80-100 cm. Zorg voor voldoende afstand voor een gezonde groei.
Vuistregels voor verschillende soorten rozen
In principe geldt de regel: hoe beter de locatie, hoe groter de plantafstanden moeten worden gepland. Gegevens over hoogte en breedte zijn altijd slechts gemiddelde waarden, omdat de planten afhankelijk van de standplaats groter kunnen worden of kleiner kunnen blijven. Rozen blijven doorgaans lager op zandgronden, terwijl ze op kleigronden vaak hoger groeien. Bij het planten kunt u echter de volgende richtlijnen hanteren:
- Dwergrozen worden 30 tot 40 centimeter uit elkaar geplant,
- Bloemrozen tussen de 40 en 50 centimeter.
- Voor struikrozen is de plantafstand afhankelijk van de verwachte hoogte van de plant.
- Deze moeten zo ver uit elkaar worden geplant als de struikroos hoog is.
- Klimrozen hebben een afstand tussen de twee en vier centimeter nodig.
- Bodembedekkende rozen tussen 40 en 150 centimeter, afhankelijk van de variëteit.
- Rozen voor heggen worden 80 tot 100 centimeter uit elkaar geplant.
Tip
Het is beter om rozen te ver uit elkaar te planten dan te dicht bij elkaar. Als er nog veel ruimte is tussen de nieuw geplante rozen, plant dan zomerbloemen en dahlia's in de gaten.