Als u een tuinvijver wilt aanleggen, moet u dit ruim van tevoren plannen. Want hoe beter de voorkennis, hoe groter en langduriger het latere genot van je eigen drinkplaats. Een heel belangrijk ding voor het functioneren van de vijverbiologie zijn de verschillende vijverzones.

Waarom zijn vijverzones belangrijk?
Vijverzones zijn belangrijk voor het functioneren van de vijverbiologie en bestaan uit vier gebieden: 1. Oeverzone (vochtige randzone), 2e moeraszone (tot 20 cm diepte), 3e ondiepwaterzone (20-60 cm diepte) en 4e diepwaterzone (60-120 cm diepte). Deze zones bieden geschikte leefgebieden voor verschillende planten en dieren en bevorderen een gezond watermilieu.
Waarom vijverzones?
Voor een klassieke tuinvijver wordt een holte niet zomaar lukraak gegraven en gevuld met water. Het is immers een stilstaand waterlichaam dat de tuin moet verfraaien en bovendien moet verrijken in termen van biodiversiteit. Het is dus belangrijk om te voorkomen dat het op tijd verandert in een levenloze en vuile vijver.
Een vijver met verschillende dieptezones biedt meer planten en dieren een geschikt leefgebied en creëert idealiter automatisch een evenwichtig, gezond watermilieu. Bovendien kunt u in de daarvoor bestemde zones passende planten kweken, waardoor u een veelzijdig en aantrekkelijk totaalbeeld krijgt.
De klassieke vijverzones zijn als volgt:
1. Kustgebied
2. Moeraszone
3. Ondiepwaterzone4. Diepwaterzone
Rivierzone
De oeverzone is de randzone van de vijver die niet permanent bedekt is met water, maar nog steeds vochtig is. Het omlijst de vijver en vormt tevens de toegangszone tot het water. Robuuste grassen zoals miscanthus, bamboe of pampasgras zijn bijzonder geschikt voor beplanting op de oever. Enerzijds creëren ze een aantrekkelijk visueel frameaccent en anderzijds dienen ze ook als natuurlijke bevestiging. Ze bieden ook onderdak aan kleine dieren.
Moeraszone
Dit verwijst naar de buitenste ring van het waterlichaam, die niet dieper is dan 20 cm. Bij het uitgraven moet u ervoor zorgen dat de moeraszone niet meer dan een derde van de totale oppervlakte van de vijver in beslag neemt. In de moeraszone gedijen moerasplanten als kalmoes, drijvend fonteinkruid en kikkerlepel. De drijvende varen is ook een decoratieve vertegenwoordiger voor deze zone.
Ondiepwaterzone
De volgende binnenvijverzone is de ondiepwaterzone, waarvan de diepte tussen 20 en 60 cm moet liggen. De ondiepwaterzone is van groot belang voor zowel het latere uiterlijk van de vijver als voor de waterbiologie. Hier kunnen veel vijverplanten groeien en hebben een reinigende werking door de opname van voedingsstoffen uit de bodem en het water. Ze ontnemen de voedselbron van algen en verrijken tegelijkertijd de bodem en het water met zuurstof, wat ook rotting voorkomt.
Ideale ondiepwaterplanten zijn watermunt of dennenbladeren.
Diepwaterzone
De diepste middenzone, die ook relevant is voor vissen, kan ongeveer 60 tot 120 cm diep zijn. Hier kun je bijvoorbeeld verschillende soorten waterlelies planten.