Pfaffenhütchen: Detecteer en bestrijd ongedierte

Inhoudsopgave:

Pfaffenhütchen: Detecteer en bestrijd ongedierte
Pfaffenhütchen: Detecteer en bestrijd ongedierte
Anonim

De Pfaffenhütchen wordt beschouwd als een robuuste boom die nauwelijks wordt aangetast door ziekten of plagen. Wanneer de omstandigheden niet optimaal zijn, kunnen er af en toe drie plaagplagen optreden:

Spindelstruikongedierte
Spindelstruikongedierte

Welk ongedierte v alt de Pfaffenhütchen aan en hoe kun je ze bestrijden?

De meest voorkomende plagen op de Pfaffenhütchen zijn de Pfaffenhütchen-webmot, de viltgalmijt en het kardinaalsmutsinsect. Je kunt geïnfecteerde plantendelen verwijderen en weggooien, natuurlijke vijanden bevorderen of het ongedierte van bladeren en scheuten krabben.

  • Pfaffenhütchen webmot
  • Vilten galmijt
  • Spindelboomschubbeninsect

Pfaffenhütchen webmot

Deze mot gebruikt de spindelstruik als waardplant voor het leggen van eieren. De larven ontwikkelen fijne netwerken die zich soms over de hele struik uitstrekken. Ze voeden zich met de bladmassa en kunnen de struik helemaal kaal eten. Omdat de larven zich verpoppen totdat het tweede blad uitschiet, herstelt de spindelstruik snel van een plaag.

Vilten galmijt

Deze plaag nestelt zich aan de onderkant van de bladeren en zuigt het celsap uit de aderen. Een besmetting herken je aan witachtige, viltige haartjes die zich vanaf de centrale nerf over de gehele onderkant van het blad kunnen uitstrekken. De bovenkant lijkt vaak vergeeld, maar blijft in de meeste gevallen ongewijzigd.

De mijten leven sociaal in de viltige haarstructuur. Ze zijn 0,1 tot 0,2 millimeter groot en alleen onder een microscoop te zien. Overwinteren vindt plaats in de knoppen van de Pfaffenhütchen of in scheuren in de schors. Als de besmetting ernstig is, kunnen er bladeren vallen. Normaal gesproken veroorzaken galmijten geen grote schade en hoeven ze niet te worden bestreden.

Spindelboomschubbeninsect

Deze plaag komt sinds de jaren negentig steeds vaker voor op Pfaffenhütchen en veroorzaakt soms grote schade. Vooral de Japanse spindelstruik (Euonymus japonicus) wordt getroffen. Het schaalinsect verspreidt zich onder droge en warme omstandigheden. Potplanten worden vaker aangevallen dan buitenbomen. De eerste tekenen van een besmetting zijn lichtgekleurde stippen op de bovenkant van de bladeren. Onder gunstige omstandigheden verspreidde het ongedierte zich snel door de hele struik.

De vrouwtjes worden in de herfst bevrucht en overwinteren in de struik. In het voorjaar leggen ze tot 50 eieren onder hun schild, waaruit vanaf juni oranjegeel gekleurde larven uitkomen. Deze zijn mobiel en verspreiden zich over de bladeren om het celsap eruit te zuigen. Bij een ernstige aantasting kan de plant verzwakt raken, met als gevolg voortijdige bladval.

Dit is wat je kunt doen:

  • Snijd de plantendelen af en gooi ze weg
  • Krassende tekens van bladeren en scheuten
  • moedig natuurlijke vijanden aan, zoals lieveheersbeestjes en gaasvliegen

Aanbevolen: