Wilt u een vaste plantenbed met optimale plantafstanden zodat u na een paar jaar een mooie, gesloten plantenbak ziet die nog voldoende ruimte overlaat voor elke individuele vaste plant? Hier ziet u hoe u dit kunt doen.

Hoe bereken ik de juiste plantafstand voor vaste planten?
Om de optimale plantafstand voor vaste planten te bepalen, verdeelt u ze in drie groepen: leiderplanten (60 cm uit elkaar), groepsplanten (40 cm uit elkaar) en vulplanten (25 cm uit elkaar). Als alternatief kunt u voor de berekening een derde van de groeihoogte of het groeigedrag gebruiken.
Wat u moet weten om de juiste plantafstanden te kiezen
Veel hobbytuiniers kopen hun vaste planten in potten van tien stuks bij het tuincentrum. De in de pot geïntegreerde planten zijn vaak min of meer even groot. Het is natuurlijk moeilijk om de groeisnelheid van de verschillende soorten in het bed in te schatten.
Maar: om uw vaste plantenbed optimaal te kunnen plannen, moet u de uiteindelijke maten kennen van alle vaste planten die u wilt planten. Je moet ook op de hoogte zijn van de groeiwijze(n) van de exemplaren.
Aanbeveling: Informeer direct bij het personeel van het tuincentrum. Als alternatief kunt u ook eens kijken in de catalogi van goed gevulde vaste plantenkwekerijen.
Bedplanning: de vaste planten in drie groepen verdelen
Als het om beddenplanning gaat, maken hobby- en professionele tuiniers drie groepen:
- Leider- of steigerplanten
- Gezelschaps- of groepsplanten
- Vul- of strooiplanten
Groep 1: Leider- of steigerplanten
Hoge vaste plant met grote bloemen en/of ander opvallend uiterlijk.
Voorbeelden: zilveren kaars, waterkan
Gebruik: individueel of maximaal in groepjes van tweePlantafstand: minimaal 60 centimeter
Groep 2: Gezelschaps- of groepsplanten
Kleiner en minder opvallend dan toonaangevende vaste planten.
Voorbeelden: hoge sedum, zonnehoed
Gebruik: in groepen van drie tot tien plantenPlantafstand: minimaal 40 centimeter
Groep 3: Vul- of strooiplanten
Relatief kleine vaste planten zonder opvallende kenmerken.
Voorbeelden: wilde klaproos, gemzen
Gebruik: indien nodig in kleinere of grotere groepen aan de rand van het bed (vaak om bestaande gaten tussen grotere vaste planten te dichten)Plantafstand: minimaal 25 centimeter
Precieze berekeningsopties
De bovenstaande eerste cijfers zijn te onnauwkeurig voor u? Houd je dan aan de volgende varianten voor het berekenen van de perfecte plantafstand voor vaste planten:
- Oriëntatie op de individuele groeihoogte van leider- en groepsplanten: Plan ongeveer een derde van de uiteindelijke grootte als plantafstand. Dit is geschikt voor de meeste soorten.
- Groeigedrag van vaste planten met vulmiddel: Heeft de betreffende plant een klonterige groei? Of verspreidt het zich via grondscheuten? In het eerste geval is 20 centimeter absoluut voldoende; in het tweede geval kan 30 centimeter of meer ook zinvol zijn.
Eindadvies
Verdeel het bed dat is voorbereid voor het planten van de vaste planten in een raster van 50 x 50 of 100 x 100 centimeter. Dit maakt het gemakkelijker voor je om je uitgedachte plan in praktijk te brengen (je hoeft niet voortdurend naar de liniaal te reiken).
Opmerking: om het te markeren, strooit u eenvoudig fijne lijntjes op de grond met lichtgekleurd zand.