Palmkatjes maken de voortplanting voor ons gemakkelijk. Het enige dat nodig is, is geduldig wachten tot een jonge plant uitgroeit tot een statige boom. Als je dit avontuur wilt aangaan, kun je een van de hieronder beschreven paden volgen.
Hoe katjes vermeerderen?
Palmkatjes kunnen worden vermeerderd door zaden of stekken. Zaden zijn te vinden in de natuur en moeten snel worden gezaaid. Stekken ontstaan bij het snoeien na de bloei en kunnen direct in het bed worden geplant of worden gekweekt in kleipotten met potgrond en leem.
Reproductiemethoden in een oogopslag
- Vermeerdering uit zaden
- Vermeerdering door stekken
Opmerking:De kroonvorm van de hangende katjezaadwilg wordt verkregen door enten. Deze variëteit kan daarom niet worden vermeerderd door zaden of stekken.
Vind kiembare zaden
Je zult tevergeefs zoeken naar wilgenzaden in de winkels. Ga in plaats daarvan de natuur in. Hoewel het wilde palmkatje beschermd is en de takken van 1 maart tot en met 30 april niet mogen worden afgesneden, is het verzamelen van zaden wel toegestaan. Misschien kent u iemand die het kitten al in de tuin heeft staan of er zelfs een in huis heeft. Maar wees voorzichtig: zaden worden pas voor het eerst gevormd na het vierde levensjaar.
Vermeerdering uit zaden
De kiemkracht van de rijpe zaden is met twee weken extreem kort. Wacht dus niet te lang met zaaien.
- Vul zaaipotten met vochtige potgrond (€ 6,00 op Amazon)
- Strooi er zaadjes over
- niet bedekken met aarde, maar gewoon licht aandrukken
- kieming vindt meestal binnen 24 uur plaats
- Selecteer en scheid sterke zaailingen
- goed gegroeide palmkatjes planten na een paar weken
Vermeerdering door stekken
Een eenvoudige voortplantingsmethode die zelfs een hobbytuinier kan gebruiken. Wacht tot het snijden in het voorjaar na de bloei. Doordat de katjes krachtig worden teruggesnoeid, ontstaat er veel stek. De directe route is om in het bed te planten en levert bevredigende resultaten op. Als je de moeite wilt doen, kun je de stekken ook verkiezen volgens deze instructies:
- Zorg voor kleine kweekpotten van klei, omdat dit materiaal water goed kan opslaan. Elke pot moet een groot afvoergat hebben.
- Leg op de bodem een drainagelaag van aardewerkscherven of grind.
- Vul de kleipotten met een mengsel van potgrond en klei.
- Selecteer sterke en rechte takken uit de stekken.
- Verwijder alle knoppen en kleinere takken.
- Steek een stekje van ongeveer 15 cm diep in elke pot.
- Druk vervolgens op de grond en geef de stekken water.
- Zet de potten op een lichte plek.
- Houd de grond te allen tijde matig vochtig.
Na ongeveer twee weken merk je de eerste bovengrondse groei, mits de beworteling succesvol is geweest. Laat de jonge planten sterker worden voordat je ze uitplant.