Om verschillende redenen kunnen vlekken de prachtige Alocasia-bladeren aantasten. Vermoedt u zonnebrand als oorzaak? Lees dan deze tips over typische identificerende kenmerken. Hoe je een pijlpunt succesvol kunt beschermen tegen zonnebrand, lees je hier.
Hoe herken en voorkom ik zonnebrand bij een Alocasia?
Alocasia zonnebrand is te zien aan geelbruine vlekken, verdroogde bladranden en bruine bladpunten. Om dit te voorkomen kun je de plant in de halfschaduw zetten en 's ochtends vroeg water geven, zodat de waterdruppels kunnen opdrogen voordat de zon schijnt.
Is mijn Alocasia verbrand door de zon?
Een zonverbrande Alocasia heeftgeelbruine bladvlekken, gedroogde bladranden en bruine bladpunten. Brandwonden treffen alleen plantendelen van een olifantsoor die lange tijd aan direct zonlicht zijn blootgesteld.
Normaal gesproken verspreidt zonnebrandschade op een pijlpunt zich niet verder. Dit is een belangrijk onderscheidend kenmerk van bladschade door verzorgingsfouten, ziekten of spintplagen.
Hoe kan ik zonnebrand bij Alocasia voorkomen?
De beste manier om zonnebrand te voorkomen is door alocasia in halfschaduw te plaatsen. Kies eenheldere locatie voor de kamerplant met vijf uur licht per dag zonder direct zonlicht tijdens de middag- en middaguren. Andere preventieve maatregelen tegen zonnebrand zijn onder meer:
- Spuit Alocasia nooit in direct zonlicht.
- Waterpijlblad vroeg in de ochtend, zodat de waterdruppels op de bladeren opdrogen voordat de zon erop schijnt.
- Bescherm Alokasia zebrina en Alocasia Polly tegen zonnebrand op het zomerbalkon met een luifel.
Tip
Snijd de zonverbrande Alocasia-bladeren niet te snel af
Bladschade aan het pijlblad veroorzaakt door zonnebrand is gelokaliseerd. Het merendeel van het groenblijvende bladweefsel blijft een belangrijke bijdrage leveren aan de fotosynthese. Om deze reden is het raadzaam om door de zon verbrande Alocasia-bladeren niet meteen af te knippen. Idealiter wacht je tot een blad geel wordt en afsterft. Tijdens dit proces worden waardevolle voedingsstoffen van de bladeren naar de knol overgebracht als energiereserve voor de groei van nieuwe bladeren.