Biologisch tuinieren is niet langer een modieus onderwerp. De vraag hoe we de tekortkomingen van de conventionele landbouw en dus ook van het conventionele tuinieren kunnen overwinnen, is een overlevingskwestie voor onze planeet geworden. Alarmerende indicatoren zoals de voortdurende achteruitgang van de biodiversiteit, de visserij op de oceanen van de wereld en de overbemesting van velden staan nu hoog op de politieke agenda. Het ontwikkelen van een duurzame manier van leven is een prioritair doel van de mensheid geworden.
Wat betekent biologische bemesting en welke methoden zijn er?
Biologische bemesting ondersteunt de natuurlijke kringloop en verbetert de bodemvruchtbaarheid door het gebruik van organische meststoffen zoals compost, rundermest, brandnetelmest, compostthee en groenbemesters (o.a. mosterd, spinazie). Deze bemestingsmethoden voorzien planten niet van een overdosis voedingsstoffen en bevorderen een gezonde groei.
Dit is ook merkbaar in onze tuinen. Steeds meer hobbytuiniers staan kritisch tegenover conventionele teeltmethoden en proberen een ecologische aanpak. Een belangrijk onderdeel van de biologisch geteelde tuin is de juiste bemesting.
Waarom überhaupt bemesten?
De vraag waarom bemesting überhaupt zou moeten worden uitgevoerd, is gerechtvaardigd. De natuur kan het immers zonder kunstmest stellen; bossen en weilanden groeien in al hun glorie zonder ooit ook maar enige mest gezien te hebben. Dit geldt echter niet voor de tuin. In de tuin proberen we met deze samenstelling en in een kleine ruimte gewassen te kweken die onder echte natuurlijke omstandigheden weinig overlevingskansen hebben. Hoewel het mogelijk en wenselijk is om de groeiomstandigheden zo in te richten dat deze natuurlijke processen zo goed mogelijk nabootsen (trefwoord: permacultuur), is het creëren van een volledig zelfvoorzienend systeem in de tuin bij veel gekweekte planten lastig. Bemesting is dus gerechtvaardigd om de verschillende planten de best mogelijke leefomstandigheden te bieden.
Waarom biologisch bemesten?
In de afgelopen eeuw heeft kunstmest zich snel naar tuinen verspreid. De belofte om met minimale inspanning het maximale te bereiken is te verleidelijk. Kunstmest heeft echter ook nadelen: het geeft de planten binnen zeer korte tijd een overschot aan voedingsstoffen en voedingsstoffen. Het hele bodemleven verdrinkt vrijwel in deze zegen. Wortels worden zwak omdat ze nauwelijks meer nodig zijn en bodemorganismen trekken zich terug omdat ze niets meer te doen hebben. Als gevolg hiervan verliezen de planten permanent kracht en gezondheid.
Organische mest daarentegen voorziet de planten niet van een overschot. De voedingsstoffen worden eerst opgenomen door de bodemorganismen, die ze in de juiste porties aan de planten aanbieden. Door deze indirecte bemesting wordt de natuurlijke cyclus niet onderbroken, wordt de vruchtbaarheid van de bodem blijvend verbeterd, bloeien de planten krachtig, hebben ze weerstand en verbeteren ze hun aroma.
Welke meststof moet u overwegen
Een gedetailleerd overzicht van de verschillende meststoffen vindt u in een apart artikel. Daarom is hier een korte lijst met mogelijke bemestingsmethoden:
- Compost
- Rundermest
- Brandnetelmest
- Compostthee
- Groenbemesters (mosterd, spinazie etc.)