De appelbes heeft al een lange weg afgelegd: hij kwam van Noord-Amerika over de Atlantische Oceaan naar Rusland - en van daaruit naar Europa. De niet veeleisende plant is nu verkrijgbaar in veel verschillende gekweekte vormen, allemaal gebaseerd op de drie oorspronkelijke wilde vormen Aronia melanocarpa (zwarte appelbes), Aronia arbutifolia (vilt appelbes) en Aronia prunifolia.

Welke Aronia-variëteiten zijn er?
Een aantal bekende Aronia-variëteiten zijn Hugin (Zweeds), Viking (Fins), Nero (Russisch), Rubina (Hongaars) en Aron (Deens). Deze verschillen qua groeiwijze, oogsttijd, opbrengst en vruchtgrootte, maar ze hebben een gemeenschappelijke smaak die zuur tot zoetzuur is.
Kleinere wilde vormen met scherper fruit
De genoemde wilde vormen groeien aanzienlijk lager, maar zijn meer vertakt dan hun gecultiveerde tegenhangers. De bessen van wilde aronia zijn ook kleiner en hebben een scherpere smaak. Dit komt vooral door de hogere concentratie looizuur. De gekweekte vormen daarentegen werden meer naar een mildere/zoetere smaak veredeld. De variëteit Aronia prunifolia is vooral wijdverspreid in Canada en de VS, hoewel het in feite slechts een natuurlijke hybride (d.w.z. kruising) is tussen de twee meest voorkomende soorten Aronia melanocarpa en Aronia arbutifolia.
Kenmerken
De “zwarte appelbes” (Aronia melanocarpa) is vooral belangrijk voor de teelt in de tuin, waarvan er talloze verschillende soorten zijn uit veel Europese landen. Alleen de hoogproductieve en zeer winterharde variëteit "Hugin" uit Zweden is echter een pure vertegenwoordiger van de "zwarte appelbes", alle andere zijn eigenlijk hybride producten. De echte “zwarte appelbes” kenmerkt zich door zes tot tien millimeter grote, glanzend zwarte vruchten en kleinere, smallere bladeren. De planten zijn niet behaard. De hybriden worden daarentegen gekenmerkt door grotere bladeren, vruchten met een gewicht van 1,0 tot 1,5 gram en een paarszwarte kleur. Bovendien zijn deze bessen relatief glanzend. In tegenstelling tot de “zwarte appelbes” zijn de struiken licht behaard.
Welke Aronia-variëteiten zijn er?
1. Hugin – Zweedse variëteit die extreem winterhard en zeer robuust is. De struik blijft vrij klein en is daarom ook geschikt om in containers op terras of balkon te planten.
2. Viking – Deze variëteit komt uit het koude Finland en is bovendien zeer robuust. De vruchten zijn relatief groot, met een gewicht van 1,5 gram, en zijn ook een zeer productieve variëteit.
3. Nero – Deze Aronia komt oorspronkelijk uit Rusland. Het is momenteel het meest productieve en meest geteelde ras. Hij heeft grotere trossen en bereikt een vruchtgewicht tussen de 1,0 en 1,5 gram. De vruchten zijn zeer sappig en ideaal voor het maken van jam en gelei. Het is een laatrijpend ras.
4. Rubina – Deze Aronia uit Hongarije is een kruising tussen Viking en een andere Russische variëteit. De struik wordt zeer hoog (tot wel 3,5 meter!) en draagt vroegrijpe, vrij grote bessen met een vruchtgewicht tussen de 1,2 en 1,8 gram.
5. Aron – Deze Aronia, afkomstig uit Denemarken, is vruchtbaar, maar draagt veel, maar vrij kleine, vruchten.
De genoemde variëteiten zijn uiteraard niet compleet, aangezien er talloze andere varianten zijn uit alle mogelijke landen. Alle soorten hebben echter dezelfde smaak, die varieert van bitter tot zoetzuur.
Tips en trucs
Het is niet voor niets dat de Nero-variëteit zo vaak wordt geteeld: deze aronia is zelfs met weinig verzorging bijzonder productief, maar is helemaal niet vatbaar voor ziekten en plagen. De vrucht beschermt zichzelf door het hoge aandeel looizuur in de schil, waardoor hij onder meer schadelijk is voor insecten. niet erg aantrekkelijk.