De groenblijvende vuurdoornstruiken met sterke doornen en fel oranjerode vruchten zijn populair en gemakkelijk te verzorgen voor bonsais. Omdat snijfouten snel groeien en de vuurdoorn dankzij zijn struikachtige groei tot één stam kan worden gevormd, is hij ideaal als bonsai voor beginners.
Hoe verzorg je een vuurdoornbonsai op de juiste manier?
Een vuurdoornbonsai heeft een zonnige locatie, uniform vocht zonder wateroverlast en regelmatige bemesting nodig. Snoei eind maart en augustus, verpot jonge planten om de twee jaar en oudere planten indien nodig. Overwinter hem vorstvrij en let op ongedierte en resistente rassen.
Sitevoorwaarden
Om ervoor te zorgen dat de bonsai veel bessen kan produceren, heeft hij een standplaats in de volle zon nodig. Zijn natuurlijke thuis is een gematigd klimaat en daarom moet hij worden beschermd tegen vorst en koude wind. Om zonnebrand op de bladeren te voorkomen, wordt aanbevolen om de vuurdoorn in de zomermaanden te beschermen tegen de middagzon.
Water geven en bemesten
Houd de bonsai gelijkmatig vochtig, maar vermijd wateroverlast, aangezien de vuurdoorn op te veel vocht reageert met wortelrot. Tijdens de bloeiperiode is het de moeite waard om de bonsai regelmatig te bemesten met in de handel verkrijgbare bonsaimest (€ 11,00 op Amazon) met een rijke fruitopbrengst. Na de bloei slechts elke 14 dagen bemesten.
Het bonsai-ontwerp
Maak de bonsai eind maart en eind augustus lichter en verwijder tijdens deze snoei ook oud hout. Verse scheuten worden continu ingekort tot twee paar bladeren als geen longitudinale groei gewenst is.
De vuurdoorn kan meestal door regelmatig snijden in de gewenste vorm worden gebracht. Als dit niet mogelijk is, kunt u de bonsai zowel bedraad als uitgezet. Omdat bedrading vaak moeilijk is vanwege de sterke doornen, verdient versteviging de voorkeur. Draag altijd handschoenen tijdens het werken, aangezien de doornen pijnlijke verwondingen veroorzaken.
Verpotten
De eerste jaren moet je de kleine bonsai elke twee jaar verpotten. Oudere bonsai's krijgen alleen indien nodig een grotere plantenbak. Plaats de vuurdoorn in bonsaigrond, waaraan je ongeveer een derde Akadama-aarde toevoegt (minerale korrels gemaakt van vulkanische as).
Ziekten en plagen
Veel vuurdoornsoorten zijn zeer vatbaar voor bacterievuur en korst. Let bij het kiezen van bonsai op resistente rassen.
Plaagplaag met
- Bladluizen
- Scale insecten
- Bladmijnwerkers
komt vaak voor. Bestrijd de plantenplagen met geschikte insecticiden, omdat de plant enorme schade kan oplopen.
Overwintering:
De vuurdoornbonsai moet overwinteren in een koele maar vorstvrije ruimte. Omdat veel soorten niet erg winterhard zijn en bij vorst niet voldoende water in de bonsaipot kunnen opnemen om de bladeren te voeden, moeten de winterverblijven altijd vorstvrij zijn.
Tips en trucs
De oude, houtachtige takken van de vuurdoornbonsai zijn erg broos. Bekabel deze zorgvuldig.