Zoete grassen behoren tot een van de grootste plantenfamilies van allemaal. Er zijn talloze soorten die overweg kunnen met een grote verscheidenheid aan klimaten en locaties. In Duitsland spelen zoete grassen een belangrijke rol als hoofdvoedsel en als sierplant in de tuin.
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van zoete grassen?
Zoete grassen (Poaceae) zijn een grote plantenfamilie met ongeveer 12.000 soorten in 780 geslachten die wereldwijd voorkomen. Ze bewonen weilanden, bossen, woestijnen en meer, en dienen als voedsel- of sierplanten. Bekende soorten zijn granen, bamboe en siergrassen zoals pampasgras.
Het zoete gras – een profiel
- Botanische naam: Poaceae=Gramineae
- Familie: zoete grassen
- Onderverdeling: Zaadplanten, angiospermen
- Voorkomen: wereldwijd
- Soorten: ongeveer 12.000 in 780 geslachten
- Locaties: onder andere: weilanden, bossen, woestijnen, savannes, duinen
- Hoogte: 10 cm tot 400 cm
- Jaarlijks / meerjarig:
- Bloem: Korenaren
- Bloeitijd: afhankelijk van de soort
- Fruit: meestal noten, af en toe bessen of steenvruchten
- Bladeren: tegenoverstaand, tweedelig: bladschede en bladschijf
- Voortplanting: Zaadverspreiding via de wind, zelden via wortelstokken
- Toxiciteit: bijna nooit giftig
- Gebruik: voedsel, sierplant in de tuin
- Winterhardheid: De meeste soorten zijn winterhard
Bekende soorten zoet gras als sierplanten
Zoete grassen worden in de tuin gekweekt vanwege hun delicate groei. Omdat sommige soorten, zoals bamboe of riet, erg hoog worden, zijn ze ook geschikt als privacyscherm aan hekken of voor het groen maken van vijvers.
Bekende soorten zoetgras in de tuin zijn: alle siergrassen inclusief Japans gras en pampasgras, alle soorten riet, alle soorten bamboe.
Zoete grassen als nuttige plant
Zoete grassen zijn een van de oudste voedingsmiddelen ter wereld. Sommige soorten worden in Duitsland ook in de landbouw verbouwd. Alle granen – rogge, haver, tarwe, gerst en gierst – zijn zoete grassen.
In Azië wordt rijst, ook een zoet gras, als hoofdvoedsel gebruikt.
De zaden van zoete grassen bevatten veel zetmeel. Ze worden tot meel vermalen, geplet of gekookt en als volkoren geconsumeerd.
Eenjarige en meerjarige grassen
Zoete grassen kunnen eenjarig of meerjarig zijn. Alle granen zijn eenjarigen en sterven na één seizoen.
Andere soorten zoals bamboe, riet en siergrassen zijn meerjarig en kunnen vele jaren leven.
Bamboe is een bijzondere eigenschap: in tegenstelling tot andere zoete grassen zijn de stengels houtachtig. Wanneer bamboe bloeit, sterft het na de bloei, ook al is het vele jaren oud.
Tip
Het stuifmeel van het zoete gras wordt door de wind verspreid. De bloeiperiode kan erg stressvol zijn voor mensen met een allergie. Omdat de soort op verschillende tijdstippen bloeit, helpen pollenkalenders bij het identificeren van de pollentellingstijden.