Sparren binnenshuis groeien niet erg snel, dus je hoeft ze niet zo vaak te verpotten als andere kamerplanten. Wanneer kun je de niet zo makkelijk te verzorgen binnenspar het beste verpotten en waar moet je op letten bij het verpotten?

Wanneer en hoe moet je een binnenspar verpotten?
Het verpotten van een binnenspar wordt in het vroege voorjaar om de twee tot drie jaar aanbevolen. Gebruik een grotere pot met een drainagegat en een licht zuur substraat zoals azaleagrond. Plaats de plant voorzichtig zonder wortels of takken te beschadigen en geef daarna water met zacht water.
Wanneer is het tijd om de binnenspar te verpotten?
Aangezien een binnenspar geen snelgroeiende boom is, is het voldoende om hem elke twee tot drie jaar te verpotten.
Er is een nieuwe pot nodig als de wortels uit de bodem of bovenkant van de pot groeien.
De beste tijd om te verpotten is het vroege voorjaar na de overwintering, wanneer je de kamerplant weer op een warmere plek zet.
De juiste pot en geschikt substraat
De nieuwe pot moet ongeveer twee tot drie centimeter groter in diameter zijn dan de oude. Zorg ervoor dat er een groot afvoergat aanwezig is, zodat overtollig water kan weglopen. Een onderzetter is beter dan een plantenbak, omdat je hierdoor gemakkelijker stilstaand water kunt zien en uitgieten.
Binnensparren houden van lichtzure grond. Azaleagrond (€ 11,00 op Amazon), verkrijgbaar bij een bouwmarkt, is zeer geschikt. Je kunt het substraat gebruiken vanaf
- Tuingrond
- Compost
- klei
- Zand
- Schorsmulch
je kunt het ook zelf samenstellen. Het is belangrijk dat de grond goed waterdoorlatend is.
Plant niet te diep in de nieuwe pot
- Bereid een nieuwe pot voor met vers substraat
- Pak de binnendennenboom voorzichtig uit
- oud substraat afschudden
- Plant plaatsen
- aarde aanvullen
- druk voorzichtig
- gieten met zacht water
Wees bij het verpotten van sparren binnenshuis zo voorzichtig mogelijk, zodat noch de wortels, noch de takken breken. Gebroken takken groeien niet terug, waardoor de binnenspar onregelmatig groeit en er niet meer zo decoratief uitziet.
Plaats de binnenspar niet dieper in de verse grond dan voorheen. Anders bestaat het risico dat de stam in het overdekte gebied gaat rotten.
Plaats de binnenspar na het verpotten zo dat hij zo min mogelijk tocht krijgt. Zoek een gedeeltelijk schaduwrijke plek en zorg ervoor dat de plant geen direct zonlicht krijgt.
Tip
Zelfs als de binnenspar de voorkeur geeft aan een relatief hoge luchtvochtigheid, zul je helemaal geen substraat krijgen dat te vochtig is. Als hij doordrenkt is, laat hij zijn takken hangen en sterft na zeer korte tijd.