Doornen op loofbomen zijn zeldzaam, maar komen vooral voor op wilde vruchten en de inheemse hulst (Ilex aquifolium). De versterking dient ter verdediging tegen mogelijke roofdieren en heeft dus een biologische betekenis.
Welke loofbomen hebben doornen?
Loofbomen met doornen, zoals wilde Prunus-soorten, wilde appel (Malus sylvestris), wilde peer (Pyrus pyraster), hulst (Ilex), Amerikaanse zwarte sprinkhaan (Gleditsia triacanthos) en zwarte sprinkhaan (Robinia pseudoacacia), bieden bescherming tegen roofdieren en komen oorspronkelijk uit Midden-Europa.
Bladverliezende bomen met doornen – een overzicht
Naast de hier genoemde loofbomen hebben sommige soorten acacia ook doornen. De Acacieae, wat de juiste botanische naam is en afkomstig is uit de tropen en subtropen, is hier echter niet voldoende winterhard en kan daarom alleen in containers bewaard worden.
Wilde Prunus-soorten
Pruimen, maar ook mirabellen, renecloden, pruimen en abrikozen hebben in hun wilde vorm vaak doornen, maar deze verdwijnen vaak naarmate de boom of struik ouder wordt. Doornige pruimen zijn vaak zaailingen van gecultiveerde vormen of wilde scheuten die groeien uit de onderstam van een transplantaat.
Wilde appel (Malus sylvestris)
De wilde appel, ook bekend als krabappel of krabappel, die wijdverbreid is in Midden-Europa, ontwikkelt talrijke netelige korte scheuten. Dit is overigens niet de oorspronkelijke vorm van onze gecultiveerde appel (Malus domestica) - het komt hoogstwaarschijnlijk van de Aziatische wilde appel (Malus sieversii).
Wilde peer (Pyrus pyraster)
Net als de wilde appel behoort ook de wilde of houtpeer tot de rozenfamilie (Rosaceae). Zoals veel leden van de familie heeft deze tot 20 meter hoge boom twijgen en takken die zijn omzoomd met doornen.
Holly (Ilex)
De inheemse hulst is een groenblijvende, meestal meerstammige grote struik of een boom die tot tien meter hoog kan worden. Opvallend zijn de grove, enkele glanzende donkergroene bladeren, die aan de rand min of meer golvend zijn en stekelig getand zijn. De doornen verschijnen dus niet op de takken, maar op de bladeren.
Amerikaanse Gleditsia (Gleditsia triacanthos)
De Gleditschie is een solitaire boom die vaak in parken en langs straten wordt geplant. De bladverliezende loofboom, die tussen de tien en 25 meter hoog wordt, heeft een losse, onregelmatige en breed spreidende kroon. De stam en takken kunnen talrijke sterke, eenvoudige of vertakte doornen hebben.
Robinia (Robinia pseudoacacia)
De robinia, die tot 25 meter hoog kan worden, wordt vaak ten onrechte “acacia” genoemd, maar is er slechts in de verte mee verwant. Hun twijgen en jonge takken zijn doorgaans bewapend met sterke doornen. De zwarte sprinkhaan is een van de bijenteeltplanten die het rijkst zijn aan nectar en suiker.
Tip
Als je tijdens het lopen een bladverliezende boom met kleine kegels tegenkomt, is dat geen botanische sensatie: in plaats daarvan produceren elzen kegelachtige vruchten.