In tegenstelling tot veel bomen, waarvan de kronen na een paar jaar groei doorgaans niet meer gesnoeid hoeven te worden, moeten veel struiken regelmatig gesnoeid worden. De natuurlijke structuur moet zoveel mogelijk behouden blijven, hoewel doelgerichte bezuinigingen de bloei en de vruchtopbrengst aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Hoe en wanneer u een dergelijke onderhoudsbeurt moet uitvoeren, leest u in dit artikel.

Welke knipgroepen zijn er bij het snoeien van bomen en struiken?
Bij het kappen van bomen en struiken worden de bomen verdeeld in snijgroepen: 1) Geen onderhoudssnoei, 2) Regelmatig uitdunnen, 3) Zwaar snoeien in het voorjaar, 4) Snoeien na de bloei en 5) Snoeien voor haagplanten. Afhankelijk van de snijgroep varieert de snoeimethode en het snoeitijdstip.
Verdeling van bomen in kapgroepen
De uitvoering van een onderhoudssnit is afhankelijk van de structuur en het bloeigedrag van de betreffende boom. Om praktische redenen worden de bomen en struiken ingedeeld in verschillende kapgroepen, die we hieronder nader toelichten.
Snoeigroep 1: Geen onderhoudssnoei nodig
Alle boomvormige soorten behoren tot deze groep. Voor hen is de opleidings- en ontwikkelingssnoei meestal al in de boomkwekerij uitgevoerd en is deze pas in de eerste groeijaren nodig. Houtige planten uit deze groep ontwikkelen zich vaak harmonieus, zelfs zonder snoeien, zodat alleen uitdunnen en het verwijderen van dood en gebroken hout nodig kan zijn. Naast veel zomer- en groenblijvende loofbomen behoren ook alle coniferen tot deze groep.
Snijgroep 2: Regelmatig uitdunnen noodzakelijk
Veel bladverliezende heesters vormen aanvankelijk jaar na jaar onvertakte lange scheuten dichtbij de grond, die zich vertakken en het volgende jaar beginnen te bloeien. De vertakking zet zich in de daaropvolgende jaren voort, waarbij de takken steeds korter worden en het aantal en de grootte van de bloemen langzaam afnemen. Meestal verouderen delen van takken of zelfs hele planten. Om dit te voorkomen, moeten enkele van de oudste takken elke twee tot drie jaar tot op de grond worden weggeknipt. Radicaal terugsnoeien naar korte stronken is vaak mogelijk.
Snoeigroep 3: Zwaar snoeien in het voorjaar
Deze groep omvat struiksoorten die hun bloemen produceren van de vroege zomer tot de herfst aan het einde van de lange scheuten van dit jaar. Hier knip je alle takken van vorig jaar terug tot de kortst mogelijke takstomp.
Snoeigroep 4: Snoeien na de bloei
Dit zijn boom- en struiksoorten waarvan de bloemen zijn geplant op de lange scheuten van het voorgaande jaar en die bloeien in de lente. Door direct na de bloei regelmatig te snoeien, kunt u het komende jaar zorgen voor een rijk bloemenpracht.
Snoeigroep 5: Snoeien van haagplanten
De teelt van een haag begint met jonge planten. Ze moeten regelmatig zwaar worden gesnoeid, waarbij de belangrijkste snoei in de winter plaatsvindt. Zomersneden mogen daarentegen pas vanaf eind juli worden uitgevoerd om broedvogels niet te storen. Een haag ontwikkelt zich het beste als de zijwanden niet verticaal worden afgesneden, maar in een trapeziumvorm.
Tip
De betreffende stekgroep en daarmee de instructies voor het correct snoeien staan vaak aangegeven op de plantetiketten.