Net als elke andere plant kunnen sinaasappelbomen worden aangevallen door ongedierte of schimmels. Met een beetje aandacht kunnen kleine en grote rampen meestal worden vermeden. Als u wekelijks nauwkeurig onder de bladeren en op de takken kijkt, wordt vaak al van tevoren een kolonie bladluizen ontdekt die zich pas heeft gevestigd, of zelfs een nieuwe insectenpopulatie die langzaam langs de takken omhoog migreert.

Welke ziekten kunnen een sinaasappelboom aantasten?
Sinaasappelboomziekten kunnen worden veroorzaakt door schimmelinfecties, wortelrot of ongedierte zoals schildluis, bladluizen, wolluizen en wolluizen, evenals spintmijten van rode citrusvruchten. Vroegtijdige detectie en behandeling met minerale oliespray, kaliumzeep of verhoogde luchtvochtigheid voorkomt verdere schade.
Schimmelziekten
Schimmels kunnen in principe alle delen van de plant koloniseren, van de wortels tot de bloemen en de vruchten; vaak is de hele sinaasappelboom geïnfecteerd. Champignons voelen zich bijzonder prettig in een warm, vochtig klimaat en daarom moet je tijdig reageren op tekenen van wantrouwen, vooral met de hitte- en vochtminnende sinaasappelen. Schimmelaantasting komt vooral vaak voor na een te warme overwintering, b.v. B. in een warme woonkamer, of na een schildluisplaag.
Basisrot leidt tot boomdood
De zogenaamde wortelrot wordt waarschijnlijk ook veroorzaakt door een schimmel en begint meestal aan de onderkant van de stam. Sommige delen van de bast worden aanvankelijk donker en schilferen later af. De boom scheidt een rubberachtige vloeistof af in de getroffen gebieden. De ziekte is zeer besmettelijk en verspreidt zich door de hele boom – inclusief de wortels. Daarom sterft de sinaasappelboom uiteindelijk.
De meest voorkomende plagen
Naast schimmels veroorzaken ook talloze insectenplagen problemen.
Scale insecten
Deze luizen zijn te herkennen aan hun kleine schubben en bevinden zich meestal aan de onderkant van de bladeren langs de paden en op de scheuten. De larvale vorm is erg klein (ongeveer 0,5 mm), wit en zeer mobiel. Vaak is het eerste dat je ontdekt de plakkerige honinguitwerpselen, die de dieren tot een afstand van 15 centimeter spuiten. Op deze uitwerpselen nestelt zich graag een roetdauwschimmel, waardoor het blad zwart wordt. De volwassen schildluizen kunnen het meest voorzichtig worden behandeld met een minerale oliespray, de larven met kaliumzeep.
Blad, wolluizen en wolluizen
Een bladluisplaag kun je al van ver herkennen aan de onvolgroeide scheuten en gedraaide bladeren. Ze blijven het liefst op zachte nieuwe scheuten. Wolluizen en wolluizen zijn witachtig tot roze en tot vier millimeter lang. Wanneer ze worden besmet, kunnen ze zich explosief vermenigvuldigen. Ze bevinden zich aan de onderkant van de bladeren, in bladoksels en scheutpunten. Deze luizen worden op dezelfde manier behandeld als andere zuigende insecten, maar meerdere keren achter elkaar. Dit zorgt ervoor dat de jonge dieren die later uit de eieren komen ook gecontroleerd worden.
Rode citrusspintmijt
Deze spintmijt is een van de sapzuigende spinachtigen. De volwassenen zijn iets minder dan 0,5 millimeter lang en rood. Een besmetting herken je aan lichte vlekken op de bladeren. De dieren zitten meestal op de onderkant van de bladeren. Als de aantasting ernstig is, vormen ze daar en in de bladoksels ook vliezen, die zich kunnen verspreiden naar de hele scheutpunt. Spintmijten geven de voorkeur aan droge lucht. Het verhogen van de luchtvochtigheid vermindert dus de besmetting. Ook roofmijten kunnen een plaag beperken, maar hebben daarvoor temperaturen van rond de 20 °C nodig. Als spintmijten vaker voorkomen, kunnen ze worden bestreden met een minerale oliespray of kaliumzeep.
Tips en trucs
Veel mierenactiviteit in het stam- en wortelgebied is uiterst verdacht. Enerzijds zijn mieren dol op de suikeruitscheidingen van de luizen en zorgen ze daarom met toewijding voor dit ongedierte, anderzijds beschadigen ze de wortels van de planten door hun graafwerkzaamheden met hun eigen kwekerij gecreëerd in de kluit.