Quendel, bijenkruid, nederigheid of tuintijm – de verschillende soorten tijm zijn bekend onder veel populaire namen. Het specerij- en geneeskrachtige kruid wordt sinds de 11e eeuw ook in Duitstalige landen verbouwd; rondtrekkende monniken van de benedictijnse orde brachten het mee uit Italië.
Waar komt tijm oorspronkelijk vandaan?
Tijm komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en werd in het oude Egypte al gebruikt voor mummificatie en als geneeskrachtig kruid. Het werd in de 11e eeuw door rondzwervende benedictijnse monniken in Europa verspreid.
Tijm was al bekend bij de Egyptenaren
De conserverende werking van tijm (toen bekend als “Tham”) werd in het oude Egypte al gebruikt ter voorbereiding op de mummificatie. Het gebruik van de plant als geneeskrachtig kruid was al bekend. In het oude Griekenland en het Romeinse rijk werd tijm ook gebruikt voor de behandeling van luchtwegaandoeningen en maag-darmklachten. Bekende auteurs als Theoprastus, Dioscorides en de polyhistor Roman Plinius beschreven de verschillende soorten gebruik en bereiding. De genezende abdis Hildegard van Bingen beschreef tijm in haar geschriften in de 12e eeuw ook als een geneeskrachtig kruid - in de late middeleeuwen was de plant ook een wijdverbreid geneesmiddel in Duitstalige landen.
Meer dan 200 verschillende soorten
In ons land komt gewone tijm, ook wel tuintijm genoemd, in veel tuinen voor. De soort is echter onderverdeeld in meer dan 200 ondersoorten, die niet alleen van nature groeien in de droge weiden van Zuid-Europa, de maquis, maar ook gedijen in de warmere streken van Midden-Europa. Waarschijnlijk de belangrijkste tijmsoort is de echte tijm (Thymus vulgaris, ook wel Romeinse tijm genoemd); ook worden de volgende soorten vaak gebruikt:
- Citroentijm (Thymus x citriodorus)
- Cascadetijm (Thymus longicaulis, vooral mooi in de balkonbak)
- Zandtijm (Thymus serpyllum)
- Veldtijm (Thymus pulegioides, ook bekend als tijm)
Voorkomen en verspreiding
Tijm groeit vooral in het wild in de landen rond de Middellandse Zee. Veldtijm (Quendel) komt daarentegen voor in Midden-Europa en groeit ook in Noord-Italië, Frankrijk en Zuid-Zwitserland. De in de handel verkrijgbare planten komen vooral uit Frankrijk, Spanje, Turkije en Marokko, maar ook enkele uit Duitsland. Bovendien is het geneeskrachtige kruid wijdverspreid over de hele wereld in teeltgebieden met een mediterraan en continentaal klimaat.
Tips en trucs
De grijze kussentijm (Thymus pseudolanoginosus), die slechts ongeveer vijf centimeter hoog wordt en mooie roze bloemen ontwikkelt, is als bodembedekkend, winterhard kruid bijzonder geschikt voor rotstuinen.