De treurwilg laat zijn lange scheuten majestueus op de grond hangen. Alleen al de visuele verschijning verdient het om de loofboom in detail te bekijken. Hier kunt u vooraf ontdekken welke bijzondere kenmerken er onder het dichte gebladerte verborgen zijn en waar de treurwilg eigenlijk vandaan komt. De informatie op deze pagina dient niet alleen om een treurwilg te onderscheiden van andere soorten wilgen op basis van details als bloemen, bladeren en schors, maar helpt je ook bepalen of de treurwilg geschikt is om in je eigen tuin te planten.
Wat zijn de kenmerken en vereisten van een treurwilg?
De treurwilg is een majestueuze bladverliezende boom die tot 20 m hoog kan worden. Het staat bekend om zijn hangende takken, snelle groei en gele katjesbloemen. Treurwilgen geven de voorkeur aan zonnige locaties in de buurt van water, met vochtige, voedselrijke en losse grond.
Algemeen
- Synoniem: hangende wilg, Chinese treurwilg, Babylonische treurwilg
- Familie: Wilgenfamilie (Salicaceae)
- Boomtype: bladverliezende boom
- Latijnse naam: Salix alba Tristis
- talrijke hybriden beschikbaar
- eigenlijk niet winterbestendig, alleen koudebestendig door veredeling
- Gebruik: als oeverversterking, zelden in particuliere tuinen
- relatief lage levensverwachting
- Pioneerbomen
Herkomst en distributie
- Land van herkomst: Azië
- huidige distributie: wereldwijd
Locatievereisten
- zonnig
- bij het water
- vochtige grond
- voedselrijke grond
- losse grond
- pH-waarde: zuur tot alkalisch
- ook geschikt voor potteelt
Gewoonte
- maximale groeihoogte: ongeveer 20 m
- Ondiepe wortels, zeer uitgesproken wortelvorming
- snelle groei
- hangende takken
- uitgestrekte groei
- dreigt kapot te gaan op oudere leeftijd
bladeren
- Arrangement: afwisselend
- Bladvorm: lancetvormig, taps toelopend
- Bladrand: gezaagd
- Lengte: 8-12 cm
- Breedte: 2,5 cm
- Lengte bladsteel: 5 cm
- Kleur van de bovenkant van de bladeren: glanzend groen
- Kleur onderkant blad: blauwgroen
- Kleur tijdens het ontluiken: helder geelgroen
- Herfstkleur: geelgroen
- zware bladval in de herfst
Schors en hout
- eerst geel, later bruin
- Schieten: geel en sterk
- Kleur takken: lichtgrijs
- Textuur van de takken: dun, elastisch, staafvormig, kaal
Bloei
- Vorm: slanke kittens, cilindrisch, hangend
- Lengte: 4-5 cm
- Kleur: geel
- Bloeitijd: april tot mei
- Frequentie: unisexueel (tweehuizig), op enkele uitzonderingen na
- Bestuiving: door dieren en de wind
- opvallend geurig, beschouwd als een weiland voor insecten
Fruit
- Soort fruit: capsulevruchten
- Rijping van het fruit: mei tot juni