De sering, die oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa komt, is in talloze tuinen te vinden en is vooral tijdens de bloeiperiode een lust voor het oog. De struik of kleine boom wordt als robuust en niet veeleisend beschouwd en kan ook heel oud worden. De populaire boom kan ook in een voldoende grote container gekweekt worden, zeker als het om een kleine soort gaat zoals Syringa meyeri (dwergsering) of Syringa microphylla (kleinbladige herfstsering).

Hoe ziet een lila profiel eruit?
Sering (Syringa) is een sierheester uit de olijvenfamilie en groeit als struik of kleine boom. Bekende soorten zijn de gewone sering (Syringa vulgaris) en de dwergsering (Syringa meyeri). De lila geeft de voorkeur aan zonnige locaties, bloeit tussen mei en juni en produceert bloemaren tot 30 cm lang in de kleuren roze, paars en wit.
Lila in een oogopslag
- Botanische naam: Syringa
- Geslacht: Lila
- Familie: Oleaceae
- Soort: ongeveer 30 soorten, inclusief Syringa vulgaris (gewone sering), koninklijke lila of Chinese lila (Syringa × chinensis), Canadese lila of Preston lila (Syringa × prestoniae), dwergsering (Syringa meyeri)
- Herkomst en distributie: Azië en Europa
- Groeivorm: struikachtig of boom
- Groeihoogte: afhankelijk van de soort tussen 200 en 500 cm
- Locatie: zonnig tot lichte halfschaduw
- Bodem: matig droog, kalkrijk, goed gedraineerd
- Bloemen: gerangschikt in bloempluimen van maximaal 30 centimeter lang
- Bloemkleuren: verschillende tinten roze en paars, wit
- Bloeitijd: meestal tussen mei en juni, afhankelijk van de variëteit
- Bladeren: eenvoudig, zelden geveerd
- Gebruik: Sierheester of boom in tuinen en parken, als solitair, in groepen, als haag of (vooral kleine soorten) in een pot
- Toxiciteit: licht giftig
- Winterhardheid: ja
- Verwarringsgevaar: Buddleia (Buddleja) vanwege de gelijkaardige bloemen, zwarte vlierbes (Sambucus nigra) vanwege de naam “lila” (die in Noord-Duitsland ook voor vlierbes wordt gebruikt)
Karakterisering, soorten en variëteiten
In tuinen en parken kun je meestal de gewone sering (Syringa vulgaris) vinden, die sinds de 16e eeuw in Midden-Europa wordt verbouwd en een grote verscheidenheid aan variëteiten biedt. Er zijn echter nog een aantal andere soorten die net zo mooi bloeien – en vaak ook de karakteristieke geur afgeven. Sering wordt meestal als struik of kleine boom gekweekt en kan, afhankelijk van de soort en variëteit, tussen de 150 en 600 centimeter hoog worden. Ondanks de karakteristieke, zoete geur wordt de sering zelden aangevallen door insecten: hij smaakt erg bitter vanwege de licht giftige ingrediënten, wat vooral geldt voor de bloemen en hun nectar.
Geen relatie met de vlindersering of vlindersering
Als je iets goeds wilt doen voor vlinders, hommels en bijen, kun je beter buddleia of vlindersering (Buddleja) kweken in plaats van de gewone sering, een populaire weide, vooral voor vlinders. Ondanks dat ze dezelfde naam en soortgelijke bloemen hebben, zijn de soorten niet aan elkaar verwant.
Tip
Op veel websites en in sommige kookboeken kun je ook recepten vinden voor seringenbessen of bloemen, bijvoorbeeld seringenbessensap of seringenbloesemthee, waarvan wordt gezegd dat ze allebei een koortswerende werking hebben. Dit zijn echter niet de bessen of bloemen van de Syringa-sering, maar die van de zwarte vlierbes (Sambucus nigra), die vooral in Noord-Duitsland vaak ‘sering’ wordt genoemd – wat natuurlijk voor verwarring zorgt.