Het lijkt delicaat en kwetsbaar. Veel plantenliefhebbers kennen de squill en sommigen zullen hem waarschijnlijk herkennen. Zodat u er in de toekomst precies van weet, zijn de belangrijkste kenmerken en vereisten hier samengevat!
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van de squill?
De squill (Scilla) is een meerjarige uienplant uit de aspergefamilie die oorspronkelijk voorkomt in Midden- en Zuid-Europa. Hij bloeit met blauwe sterrenbloemen van maart tot april en geeft de voorkeur aan een zonnige tot gedeeltelijk schaduwrijke locatie met kalkrijke, voedselrijke en vochtige grond.
Wetenswaardigheden in het profiel
- Plantenfamilie en geslacht: Aspergefamilie, Scilla
- Herkomst: Midden- en Zuid-Europa
- Voorkomen: oeverbossen, loofbossen, natte weiden, struiken
- Levensduur: meerjarig
- Bloeitijd: maart tot april
- Bloemkleur: blauw
- Locatie: zonnig tot gedeeltelijk in de schaduw
- Bodem: kalkminnend, voedselrijk, humus, vochtig
- Gebruik: bijenweide, sierplant in de rotstuin
- Bijzondere kenmerken: giftig, beschermd
- Vermeerdering: (zelf)zaaien, veredelingsuien, delen
Veel namen voor een en dezelfde giftige vaste plant
De squill, waarvan er wereldwijd 70 tot 90 soorten zijn, is ook bekend onder de namen squill, squill en squill. Het dankt zijn naam squill aan zijn karakteristieke blauwe sterrenbloemen.
Deze uienplant is licht giftig voor zowel mens als dier. Het zijn saponinen en glycosiden waar u op moet letten. Ze worden in grote hoeveelheden aangetroffen, vooral in de uien en zaden. Ze kunnen niet alleen merkbaar worden wanneer ze worden geconsumeerd, maar ook wanneer ze in contact komen met de huid.
Een kijkje van onder naar boven
Szilla wordt afhankelijk van de standplaats tussen de 15 en 20 cm hoog. Het is een meerjarige, kruidachtige plant die overleeft met behulp van de bol, die tot 3 cm dik is. De bladeren zijn basaal, tot 15 cm lang, lineair en groen van kleur.
De squill vertoont inktblauwe tot paarsblauwe bloemen die tussen maart en april een diameter kunnen bereiken van wel 2 cm. Verschillende bloemen clusteren als trossen op een stengel. Donkerpaarse helmknoppen steken uit het midden. Het nectar- en stuifmeelaanbod is rijk. Na de bloei verschijnen onopvallende capsulevruchten.
Niet veeleisend – perfect voor luie tuiniers
Deze vroege bloeier doet het goed op zichzelf. Alleen de standplaatsomstandigheden moeten geschikt zijn, zodat er weinig onderhoud nodig is. De grond moet voedselrijk, humusrijk, kalkrijk en doorlatend zijn. Deze bolbloem gedijt het beste op een gedeeltelijk schaduwrijke plek.
Tip
De zeevogel wordt vaak verward met de sneeuwvogel. In tegenstelling tot de squill heeft de sneeuwtrots een aanzienlijk witter bloemoog.