Naast schimmelziekten zoals meeldauw, zijn er een aantal plagen die op haagbeuken kunnen voorkomen. Hoe jonger de boom, hoe meer schade ze kunnen aanrichten. Wat u kunt doen als u last heeft van ongedierte.

Welke plagen komen voor op haagbeuken en hoe bestrijd je ze?
Typische plagen op haagbeuken zijn galmuggen, spintmijten, schildluizen, meikevers, elzenbladkevers, vorstmotten, eikenmotten en muizen. Kleine plagen kunnen worden bestreden door de getroffen gebieden terug te dringen; grotere plagen moeten worden verzameld. Muizen in de tuin moeten uit de buurt worden gehouden.
Welk ongedierte komt voor op haagbeuken?
- Galmuggen
- Spidermijten
- Scale insecten
- Jikever
- Elzenbladkever
- Vorstspinner
- Eikenmot
- Muizen
Identificatiekenmerken voor verschillende plagen
Als de bladknoppen opzwellen maar niet ontkiemen, zijn galmuggen verantwoordelijk. Spintmijten en schildluis laten vlekken en kleine gaatjes achter in de bovenkant van de bladeren. Je kunt het ongedierte ontdekken aan de onderkant van de bladeren.
De larven en maden van elzenbladkevers, vorstmotten, meikevers en eikenmotten veroorzaken grote schade aan de bladeren. Vaak vind je de larven en maden of de kevers en motten zelf op de bladeren.
Als de haagbeuk bruin wordt en uitdroogt, ook al heeft hij vaak genoeg water gekregen, kunnen muizen daarvoor verantwoordelijk zijn. Ze eten de wortels. Als er ernstige schade is, kunt u de haagbeuk eenvoudig uit de grond trekken.
Bestrijding van ongedierte
Bij kleine plagen snijdt u royaal alle aangetaste delen van de plant af. De haagbeuk vindt het niet erg. Het herstelt ook van een sterk stuk dat in het oude hout is gesneden.
Verzamel groter ongedierte zoals maden en kevers. Stop mierenpaden die naar de haagbeuk leiden om luizen te bestrijden.
Als je muizen in je tuin hebt, moet je zeker iets doen om ze weg te houden van de wortels van de haagbeuk.
Voorkom plagen
Een gezonde haagbeuk wordt niet aangetast door een lichte plaag. Zorg ervoor dat de haagbeuk ideale omstandigheden heeft.
Droogte of te veel vocht bevorderen de plagen. Geef jongere haagbeuken vaker water. Voor oudere bomen is dit niet meer nodig.
Snijd de haagbeuk meerdere keren per jaar terug, vooral in het begin. Snijden vermindert het aantal plagen dramatisch, zodat de plaag niet zo ernstig wordt.
Tip
Als de vlekken op de toppen van de bladeren veelkleurig zijn, kijk dan onder de bladeren. Als deze bedekt zijn met een schimmelgazon, is de plaag een schimmel die moet worden behandeld. De schimmelziekte meeldauw komt zelfs vaker voor bij haagbeuken dan bij dierenplagen.