Foodies kunnen nauwelijks wachten tot eekhoorntjesbrood eindelijk weer in het seizoen is. De nobele paddenstoel is een van de meest gewilde eetbare paddenstoelen, maar is in sommige jaren niet gemakkelijk te vinden. Gelukkig is het goed houdbaar en wordt het bij het drogen nog aromatischer. Wanneer de voorraad geleidelijk opraakt, is het tijd voor nieuwe voorraad.
Wanneer is de beste tijd om eekhoorntjesbrood te vinden?
Boletus-paddenstoelen groeien in het seizoen van mei/juni tot november, waarbij de zomerboleet (Boletus reticulatus) in mei begint en de sparrenboleet (Boletus edulis) te vinden is van juli tot november. Ideale omstandigheden zijn vochtig weer en kalkrijke bodems.
Het eekhoorntjesbroodseizoen begint in juni
In principe kun je tussen mei/juni en november verse eekhoorntjesbrood verzamelen, op voorwaarde dat het weer meewerkt. Een goed boletusjaar begint met een natte lente. Als het echter te droog is, wordt het plezier van het verzamelen in de herfst hoogstwaarschijnlijk bedorven. Het lange seizoen komt trouwens doordat er verschillende soorten eekhoorntjesbrood zijn die op verschillende tijdstippen in het bos te vinden zijn.
Zomer eekhoorntjesbrood luidt het seizoen in
De zogenaamde zomerboletus (Boletus reticulatus) is het begin. Op sommige plaatsen en als het weer het toelaat, kan hij al in mei worden verzameld op kalkrijke gronden en bij voorkeur in de buurt van beuken- of eikenbomen. In tegenstelling tot de sparrenboleet heeft de zomerboleet een matte, soms fijn geschubde hoedhuid. Ook de stengel, die een duidelijk netpatroon heeft, is aanzienlijk donkerder. Het is een van de eerste eekhoorntjesbrood van het jaar en is vaak zwaar besmet met maden. Als de herfst mild en warm is, v alt deze soms nog in oktober.
Vuren eekhoorntjesbrood volgt vanaf juli
Vanaf juli en, afhankelijk van het weer, tot november kun je eindelijk op zoek gaan naar de veel bekendere boletus (Boletus edulis). Bij zeer jonge exemplaren – die in vaktaal ook wel embryo’s worden genoemd – zijn de stengels vaak diep in de grond verzonken, waardoor alleen het witte of bruinachtige hoedje naar buiten steekt. Volwassen exemplaren zijn daarentegen te herkennen aan hun gele tot olijfgroene buismonden en de langwerpige stengel. In de buurt van pijnbomen vind je de zeldzame denneboletus (Boletus pinophilus) met een roodbruine hoed en stengel. De zwarte boletus (Boletus aereus), die ook eetbaar is, heeft een opvallend donkere, zwartachtige hoed.
Let op, verwarringsgevaar
Onervaren verzamelaars verwarren de boletus vaak met de oneetbare galboletus (Tylopilus felleus). Dit heeft echter een bittere smaak en kan, als het in grote hoeveelheden wordt geconsumeerd, ernstige maag-darmproblemen veroorzaken. Je kunt hem onderscheiden van de eekhoorntjesbrood door de volgende kenmerken:
Kenmerken | Galboletus | Vuren eekhoorntjesbrood |
---|---|---|
Hoed | Oppervlak mat, viltig, kleur honinggeel, min of meer lichtbruin met grijstinten | glad tot gerimpeld, vochtig oppervlak, witachtig als het jong is, daarna lichtbruin tot donkerbruin zonder rode tinten |
Buizen | Monden wit als ze jong zijn, daarna bleek tot bruinroze, bruinachtig als ze worden ingedrukt | mond witachtig als hij jong is, daarna geel tot olijfgroen |
Stam | Kapkleurig, behalve de lichtere punt, met voornamelijk grof, bruingeel gaas. Vorm cilindrisch tot knotsvormig | wit tot lichtbruin, in het bovenste gedeelte met een helder wit, fijnmazig net; jong, meestal bolvormig, dan knotsvormig |
Vlees | wit, gemiddeld nauwelijks verkleuren | wit en stevig als hij jong is, bruinachtig en sponsachtig onder de huid van de hoed als hij oud is |
Geur | aangename, maar zeer bittere smaak | aangename, nootachtige smaak |
Voorvallen | Juli tot oktober op kalkarme bodems in naaldbossen | Juli tot november, in naald- en loofbossen |
Tip
Als de buisjes van de zogenaamde eekhoorntjesbrood blauw worden als je erop drukt, is het waarschijnlijk de kastanjeboleet, die ook eetbaar is.