Lavendel kan - mits de omstandigheden goed zijn - heel goed worden vermeerderd via zaden, stekken of zelfs plantenbakken.
Hoe plant je lavendelstekken?
Om lavendelstekken succesvol te planten, selecteert u groene takken in de buurt van de grond, graaft u een plantgat, plaatst u de tak erin en bedekt u deze met aarde. Verzwaar het zinklood met een steen en houd het vochtig tot er wortels tevoorschijn komen.
Uitlopers van planten
Hoewel lavendelplanten geen klassieke uitlopers vormen, zoals bekend van aardbeien, kunnen ze op een vergelijkbare manier worden vermenigvuldigd met behulp van zogenaamde verlagingsplanten. Bij deze methode hebben de jonge planten gemiddeld drie tot vier maanden nodig, iets langer dan stekken, om wortel te schieten. In tegenstelling tot de vermeerdering uit stek worden zinkers niet gescheiden van de moederplant, maar worden ze daaruit verder voorzien van water en voedingsstoffen. Pas als de jonge lavendelplanten zelf wortels hebben ontwikkeld, kunnen ze worden afgeknipt. Voor deze methode doe je het volgende:
- Selecteer een of meer groene takken die aan de buitenkant van de plant en dichtbij de grond groeien.
- Graaf een klein plantgat onder het geselecteerde zinklood.
- Plaats de tak in het midden, zodat het bovenste, bloeiende deel aan de andere kant van het gat uitsteekt.
- Bedek de stengel in het plantgat met aarde.
- Verzwaar het gebied met een steen of iets dergelijks, anders kan de verzinkboor eruit glijden.
- Houd het gebied vochtig maar niet nat.
Zinkers mogen niet te laat worden geplant. De beste tijd is mei, zodra er geen nachtvorst meer wordt verwacht.
Jonge planten verplaatsen
Na ongeveer drie tot vier maanden kunnen de jonge planten eindelijk gescheiden worden van de moederplant. Om dit te doen, snijdt u de verlaging direct op de moederplant af, zodat er geen stomp achterblijft. Gebruik een scherp en schoon mes om te snijden. Nu kan de jonge plant voorzichtig uit de grond worden gegraven, waarbij je er indien mogelijk op moet letten dat je de wortels niet beschadigt. Plaats de nieuwe lavendelplant in een pot of direct op de nieuwe locatie in het bed. Het is echter aan te raden om in een pot te planten, zodat de jonge plant onder koude huisomstandigheden kan overwinteren. Jonge lavendelplanten zijn gevoeliger voor ongunstige weersomstandigheden dan vaste planten en moeten daarom voorzichtiger worden behandeld. Vanaf ongeveer midden tot eind mei van het volgende jaar kan de lavendel eindelijk naar zijn nieuwe bestemming.
Tips en trucs
Het is het beste om de jonge lavendelplanten in het voorjaar terug te knippen, omdat dit een bossige groei en weelderige bloei bevordert.