Degenen die de jaarlijkse suikermaïs verbouwen, die oorspronkelijk uit Mexico komt, zijn meestal dol op de zaden, die samenkomen in lange, dikke kolven. Of ze nu vers of gedroogd zijn, ze kunnen op vele manieren in de keuken worden gebruikt. Welke kenmerken hebben ze en hoe worden ze gezaaid?
Hoe zien suikermaïszaden eruit en wanneer zaai je ze?
Zoete maïszaden zijn 6-12 mm grote, donkere kiemers en hebben warmte nodig. Ze zijn verkrijgbaar in vele kleuren en moeten vroeg worden gezaaid tussen april en mei of direct na de IJsheiligen. De ideale plantafstand is 20-40 cm binnen de rij en 40-60 cm tussen de rijen.
Zaadeigenschappen
Zoete maïszaden hebben de volgende eigenschappen:
- Rijpingsperiode: augustus tot september
- in kolven die dicht bij elkaar staan
- Dark Germ
- vereist warmte (ideale kiemtemperatuur: 15 tot 20 °C)
- 6 tot 12 mm groot
- Duizendkorrelgewicht: 250 tot 400 g
- verkrijgbaar in vele kleuren: geel, wit-geel, oranje, rood, roze, violet, blauwachtig, groenachtig, zwart
- bevatte suiker verandert na de oogst in zetmeel
De zaden op het juiste moment zaaien
Je kunt de suikermaïszaden thuis op een lichte plek laten groeien. Dit heeft als voordeel dat ze sneller en veiliger ontkiemen. De beste periode om verder te gaan is tussen april en mei.
Direct zaaien moet vanaf half mei (na de IJsheiligen) beginnen. Laat de zaden vóór het zaaien 8 tot 10 uur weken in warm water van 20 °C!
Plant- en rijafstand en de perfecte zaaidiepte
Per strekkende meter kunnen 5 tot 7 zaden (of het dubbele aantal als de zwakkere planten later worden geselecteerd) worden geplant. Ze worden met de punt naar beneden in de voorbereide grond gezaaid. De zaaidiepte bedraagt 3 tot 4 cm (in zandgronden ook 5 cm).
Het wordt aanbevolen om minimaal één dubbele rij te zaaien voor een latere goede bemesting. In rijen moet een afstand tussen 20 en 40 cm worden aangehouden en tussen rijen tussen 40 en 60 cm.
In welke grond ontkiemen zaden goed?
De grond moet vochtig worden gehouden, maar mag niet gevoelig zijn voor wateroverlast. Een minimale vloertemperatuur van 10 °C is belangrijk. Anders zullen de zaden niet ontkiemen. Een voedingsrijk, diep, doorlatend en neutraal substraat is het meest geschikt voor een succesvolle oogst.
Tip
Bij het telen van suikermaïs kun je het beste vertrouwen op zaadresistente rassen in plaats van hybride rassen! Tot de zaadresistente rassen behoren bijvoorbeeld 'Golden Bantam' en 'Damaun'.