Vleesetende planten: de ultieme verzorgingsgids

Inhoudsopgave:

Vleesetende planten: de ultieme verzorgingsgids
Vleesetende planten: de ultieme verzorgingsgids
Anonim

Hoe fascinerend het kweken en houden van vleesetende planten, ook wel carnivoren genoemd, ook is, deze planten zijn niet geschikt voor absolute beginners in tuinieren. Om deze soms zeer exotische soorten goed te kunnen verzorgen, is enige ervaring, tijd en vooral een geschikte locatie nodig.

Houd vleesetende planten
Houd vleesetende planten

Hoe zorg je op de juiste manier voor vleesetende planten?

Vleesetende planten hebben een vochtig substraat, regenwater om te drenken, een hoge luchtvochtigheid en lichte locaties nodig. Ze mogen niet worden bevrucht of gevoerd. Regelmatig verpotten en ziekte- of ongediertebestrijding zijn ook belangrijk voor een succesvolle verzorging van deze bijzondere planten.

Hebben alle vleesetende planten dezelfde verzorging nodig?

De soorten verschillen ook in hun verzorgingsbehoeften. Als u het niet zeker weet, moet u leren hoe u op de juiste manier voor de soort die u houdt, kunt zorgen.

Moeten carnivoren gevoerd worden?

Het voeren van vleesetende planten is niet nodig, het is zelfs nogal schadelijk. Carnivoren komen rond met weinig voedingsstoffen, die ze al uit het plantensubstraat halen. Bovendien zijn de in huis aangetroffen insecten die de planten zelf vangen ruimschoots voldoende.

Als je nog steeds wilt voeren, voer dan in:

  • alleen levende insecten
  • slechts één prooi tegelijk
  • voer geen dieren die te groot zijn

Is het bemesten van vleesetende planten nodig?

Omdat er voldoende voedingsstoffen in het plantsubstraat zitten, is bemesten niet nodig. Hoewel vaak wordt geadviseerd om af en toe verdunde orchideeënmest te geven, is dit niet nodig.

Hoe krijgen carnivoren water?

Het plantensubstraat mag nooit volledig uitdrogen. Zet de potten met de vleesetende planten in schoteltjes die je vult met water volgens de dammingmethode.

Geef carnivoren indien mogelijk nooit rechtstreeks water van bovenaf, maar alleen van onderaf.

Kun je water geven met gewoon kraanwater?

Normaal leidingwater bevat veel kalk. Carnivoren kunnen helemaal geen kalk verdragen. Geef daarom indien mogelijk alleen water met regenwater.

Als u geen regenwater beschikbaar heeft, kunt u mineraalwater gebruiken als vervanging.

Gedestilleerd water wordt vaak aanbevolen als vervanging. U mag dit water echter alleen in noodgevallen geven. Het bevat geen mineralen die planten nodig hebben voor de groei.

Moet u de luchtvochtigheid verhogen?

Voor boterkruid is een normale luchtvochtigheid meestal voldoende. Voor alle andere soorten moet de luchtvochtigheid minimaal 60 tot 80 procent zijn. Door waterbakken neer te zetten, vooral in de winter, kun je de hoeveelheid vocht in de lucht verhogen. Regelmatig de planten besproeien met regenwater is ook nuttig.

Maar zorg ervoor dat de hoge luchtvochtigheid geen schimmelvorming in de kamer of op de planten veroorzaakt.

Ventileer regelmatig, maar onthoud dat carnivoren tocht niet goed verdragen.

Moeten vleesetende planten worden geknipt?

Je hoeft vleesetende planten niet te knippen. Bij sommige soorten, zoals de Venusvliegenvanger, kan het echter zinvol zijn om de bloeiwijzen meteen af te knippen. Anders moeten de planten te veel energie in de bloei steken. Deze kracht ontbreekt bij de ontwikkeling van veiligheidsuitrusting.

Je moet ook zieke en rotte bladeren wegknippen.

Wanneer is verpotten nodig?

Ook al groeien de meeste soorten niet zo snel, het wordt aanbevolen om vleesetende planten elk jaar te verpotten. De beste tijd hiervoor is het vroege voorjaar. De planten hebben pas een grotere pot nodig als ze boven de rand van de pot uitsteken of als de wortels zich door de pot verspreid hebben.

Verander bij het verplanten het plantsubstraat zo volledig mogelijk. De grond van carnivoren ontleedt zeer snel. Door te verpotten zorg je bovendien voor voldoende voedingsstoffen.

Je kunt veel soorten carnivoren vermeerderen door ze te verdelen. Als je de planten toch verpot, is het verstandig om meteen voor de vermeerdering te zorgen.

Welke ziekten en plagen kunnen voorkomen?

Ziekten komen niet vaak voor. Zorgfouten zijn er bijna altijd verantwoordelijk voor dat planten niet bloeien of zelfs afsterven. Dit geldt vooral voor wateroverlast. Ook al houden carnivoren van vochtig, het water moet toch kunnen wegvloeien. Als ze doordrenkt zijn, kunnen wortels en bovengrondse delen gaan rotten.

Als de vangers uitdrogen of rotten, komt dat vaak doordat de planten verkeerd zijn gevoerd. De vloeistof in de sifons mag ook nooit worden uitgegoten.

Plagen zoals bladluizen en spintmijten verschijnen af en toe. Ze moeten zo goed mogelijk worden verzameld. Het heeft meestal geen zin om de aangetaste delen van de plant af te spoelen. Bij het houden van waardevolle soorten dient u een speciaal bestrijdingsmiddel te gebruiken.

Hoe overwinteren vleesetende planten goed?

Sommige soorten zonnedauw zijn winterhard. De meeste soorten vleesetende planten kunnen echter niet tegen vorst. Gedurende de winter moeten ze binnen worden gehouden. Alleen als je een zeer goed beschermde plek in het heidegebied hebt, kun je proberen sommige soorten carnivoren buiten te overwinteren.

In de winter hebben de meeste vleesetende planten lagere temperaturen en minder vocht nodig. Vaak is het voldoende om de planten één keer per maand van wat vocht te voorzien. Het substraat mag echter nooit volledig uitdrogen.

Tip

De meeste carnivoren geven de voorkeur aan heldere, zelfs zonnige locaties. Zeer weinig van de representatieve soorten kunnen tocht verdragen. De planten kunnen de zomer op een beschutte plek op het terras doorbrengen.

Aanbevolen: