Als de kersenboom in de tuin ondanks zijn grote bloemen geen smakelijke vruchten blijft vertonen, dan kan het een sierkers zijn van de plantensoort Prunus serrulata. Hoewel deze geen bruikbaar fruit opleveren, kunnen ze worden getraind in aantrekkelijke bonsaivormen, vergelijkbaar met appelbomen en citroenbomen.
Hoe kweek ik een Japanse kersenboom als bonsai?
Om een Japanse kers (Prunus serrulata) als bonsai te laten groeien, moet je een laagblijvende, winterharde ondersoort kiezen, rekening houden met de bloemkleur en groeiwijze, de wortelconditie controleren en de plant onderzoeken op ziekten en plagen. Gebruik bij het bedraden het raffialint om de schors te beschermen.
De aantrekkelijke bloemen maken de Japanse kers tot een bijzonder aantrekkelijk bonsaimateriaal
De Japanse bloeiende kers versiert ook zijn stam en dikkere takken met talrijke roze bloemen voordat de eerste groene bladeren verschijnen. Zelfs variëteiten die niet volledig winterhard zijn, moeten in de winter koel worden gehouden, zodat er een weelderige bloei ontstaat.
Kies de juiste ondersoort
Verschillende ondersoorten van Prunus serrulata zijn in dit land ook winterhard en kunnen daarom buiten als bonsai worden gekweekt. Om succes te garanderen bij het trainen van een mooi gevormde bonsai, moet u bij de aanschaf van een jonge plant op de volgende factoren letten:
- Selecteer relatief laaggroeiende ondersoorten
- selecteer een specifieke bloemkleur en groeiwijze, afhankelijk van uw voorkeur
- let op de vorm van de boomwortel (de wortel moet mogelijk nog in een platte bonsaipot passen)
- Onderzoek schors en bladeren op ziekten en plagen
Tip
Wanneer je je ontluikende bonsai van een Japanse kers bedraadt, zorg er dan voor dat je de stam beschermt tegen verwondingen veroorzaakt door de draad met speciale raffiatape (€ 8,00 op Amazon). Anders kunnen er ongewenste sporen van bedrading in de bast van de plant verschijnen.