Permacultuur is ideaal voor volkstuintjes, omdat de ruimte optimaal wordt benut en randgebieden worden meegenomen. Maximale opbrengst op een klein oppervlak; een concept dat de volkstuin ten goede komt. Lees hieronder meer over de kenmerken van permacultuur en hoe u het kunt gebruiken in uw toewijzing.
Hoe verbetert permacultuur de opbrengsten in volkstuinen?
Permacultuur in volkstuinen optimaliseert de ruimte door gebruik te maken van multifunctionele elementen, meerjarige gewassen en inheemse planten. Eliminatie van chemicaliën, langetermijnplanning, biodiversiteit en gebruik van perifere zones maximaliseren de opbrengst op een klein gebied.
Kenmerken van een permacultuurtuin
- multifunctionele elementen zoals fruitbomen (vrucht dragen, zorgen voor schaduw, vallende bladeren in de herfst dienen als mulch)
- meerjarige gewassen
- Teelt van inheemse planten en gebruik van bestaande planten
- verschillende beheerniveaus van de gebieden
- De soortendiversiteit behouden of vergroten (gemengde cultuur!)
- absoluut vermijden van chemicaliën
- langetermijnplanning (over meerdere jaren)
- wordt vooral gebruikt op kleine oppervlakken en is daarom zeer geschikt voor volkstuinen of volkstuinen
- Gebruik van randzones
- alles wordt gebruikt, niets wordt weggegooid
Je kunt de 12 principes van de permacultuurtuin lezen in dit artikel.
Permacultuur in de volkstuin
Ook al lijkt het voor het ongetrainde oog misschien niet zo, er zit veel planning en een geavanceerd systeem achter een wild ogende permacultuurtuin. De planning strekt zich niet uit over één jaar, maar over meerdere jaren. Zo wordt er bijvoorbeeld rekening gehouden met vruchtwisseling, worden er verhoogde bedden en heuvelbedden gepland en worden er vaste planten gekweekt. Een belangrijk punt bij permacultuur is het kennen en gebruiken van alle bestaande elementen. Daarom is observatie de eerste prioriteit in de permacultuurtuin in de volkstuin:
1. Observatie
Leer uw tuin grondig kennen:
- Welke planten en dieren komen van nature voor?
- Welke delen liggen in de schaduw en waar is er veel zon?
- Zijn er hellingen of natuurlijke hoogteverschillen?
- Waar is de wateraansluiting?
2. Planning
Voordat je daadwerkelijk begint met het plannen van de beplanting, moet je duidelijk zijn over je doelen: Hoeveel fruit en groenten wil je oogsten? Moeten er ook dieren verzorgd worden? Wanneer moet er iets geoogst worden? Om een continue oogst te garanderen, moet het planten gespreid plaatsvinden. Zodra u uw doelen duidelijk heeft geformuleerd, is het tijd om te schetsen: Maak een schets van uw tuin met de plaatselijke omstandigheden (gebouwen, bomen, hoogteverschillen). Gebruik vervolgens de schets om te plannen hoe de bedden in uw volkstuin moeten worden aangelegd en waar wat moet worden geplant. Let op welke planten met elkaar overweg kunnen en welke niet, en vermijd monoculturen.