De “Dochters van de Regenboog”, zoals de irissen ook wel worden genoemd, bestrijken het hele kleurengamma van bloeiende planten. Nieuwe variëteiten verrijken de tuinen met steeds nieuwe, interessante kleurencombinaties. Wij willen u graag nader kennis laten maken met de aantrekkelijke vaste plant en u waardevolle plant- en verzorgingstips geven.
Wat zijn de bijzondere kenmerken van de iris als plant van de maand?
De iris, ook wel bekend als de ‘Dochters van de Regenboog’, is een aantrekkelijke vaste plant met een verscheidenheid aan bloemkleuren. Hij geeft de voorkeur aan los, waterdoorlatend substraat en moet na de bloei worden geplant. De plant is winterhard, robuust en ideaal voor tuinen.
Plantprofiel:
- Botanische naam: Iris
- Geslacht: Irissen
- Familie: Iridaceae (bot. Iridaceae)
- Groeihoogte: 50 tot 120 centimeter
- Groeivorm: vaste plant met wortelstok
- Hoofdbloeiperiode: juli tot oktober
- Bladkleur: Sterk groen
- Bladvorm: grasachtig, gehele rand
- Bloemkleur: paars, blauw, wit, geel, oranje, rood, roze, veelkleurig
- Bloemvorm: Enkele bloem, bestaande uit drie hangende (baard of kam) en drie rechtopstaande bladeren (doornbladeren)
Herkomst
In de natuur zijn er ongeveer 200 verschillende soorten irissen, die vooral in het wild gedijen in de gematigde zones van het noordelijk halfrond. De wilde vormen lijken qua bloemvorm erg op elkaar, maar verschillen qua hoogte, bloeiperiode en locatie-eisen.
Planten en verzorgen
Irissen geven de voorkeur aan een los, waterdoorlatend en vrij droog substraat. Een voedselrijke, niet al te compacte kleigrond is ideaal. De aantrekkelijke vaste planten verdragen geen zure of natte substraten.
Plant de irissen bij voorkeur nadat ze zijn uitgebloeid. Plaats de wortelstokken altijd horizontaal en niet te diep in de grond en bedek ze met een centimeter aarde. De plantafstand moet minimaal 40 centimeter zijn.
Verzorgingstips
Irissen zijn relatief droogtetolerant en hoeven alleen water te krijgen als de grond erg droog is. Verwijder de dode bloemen van de tweemaal bloeiende exemplaren, zodat de vaste plant geen onnodige moeite steekt in de zaadvorming.
Bemesting wordt in het voorjaar uitgevoerd met rijpe compost. Vermijd overbemesting, de iris is gevoelig voor zout. Als de bemesting overmatig is, beginnen de wortelstokken te rotten.
Voortplanting
Om ervoor te zorgen dat irissen hun vermogen om te bloeien niet verliezen, moeten de bosjes regelmatig worden verdeeld. Ga als volgt te werk:
- In augustus, na de bloei, verwijder de dichte wortelstokken uit de grond.
- Breek de scheut en wortel in stukken van ongeveer tien centimeter lang.
- Kort de bladeren in tot tien centimeter.
- Vervang wortelstokdelen met voldoende ruimte.
Ziekten en plagen:
De winterharde irissen zijn extreem robuust en worden alleen aangevallen door ziekten of plagen als ze geen optimale locatie hebben.
- Bij natte weersomstandigheden bestaat het risico op wortelrot. Graaf de wortelstok zo snel mogelijk uit, verwijder eventuele zachte plekken en plaats de wortel op een plek waar het water gemakkelijk kan weglopen. Een drainagelaag in het plantgat wordt aanbevolen.
- Je moet bladeren die zijn aangetast door bladvlekken afsnijden en de bladeren bij het huishoudelijk afval gooien.
Tip
Irissen zijn de plant van de boodschapper van de goden, Iris. In de Griekse mythologie hadden zij de taak om de zielen van de overledenen langs de regenboog naar het rijk van de eeuwige vrede te leiden. Daarom worden graven vandaag de dag nog steeds versierd met witte of blauwe irissen.