Vleesetende plant: kelkvorming en -functie uitgelegd

Inhoudsopgave:

Vleesetende plant: kelkvorming en -functie uitgelegd
Vleesetende plant: kelkvorming en -functie uitgelegd
Anonim

Vleesetende planten ontwikkelen heel verschillende methoden om hun prooi, de insecten, te vangen en te verteren. Naast kleverige bladeren en vouwvallen vormen sommige soorten kelken waarin de prooi v alt en vervolgens wordt verteerd.

Kelk van een bekerplant
Kelk van een bekerplant

Hoe werkt de kelk van een vleesetende plant?

Vleesetende planten met kelken gebruiken hun bladeren om insecten te vangen en te verteren. De bladeren vormen een kelk met een glad oppervlak en enzymen aan de binnenkant die insecten aantrekken, vasthouden en afbreken. De verzorging van de plant vereist veel zon, een hoge luchtvochtigheid en kalkvrij water.

Bladeren vormen een kopje

Sommige vleesetende planten gebruiken hun bladeren om insecten te vangen. De lange bladeren draaien samen en vormen een kelk. Andere soorten vangen prooien in zakachtige vallen die op kruiken lijken. Deze soorten worden niet voor niets bekerplanten genoemd.

Vang insecten met de beker

De kelk van een vleesetende plant is over het algemeen breder aan de bovenkant en loopt taps toe naar een punt of vormt een buidel of kan onder de rand. De kelken hebben vaak een mooie, roodachtige kleur. Ze verspreiden een soms aromatische, maar soms onaangename geur die insecten aantrekt.

De bovenrand van de beker is spiegelglad zodat er geen insect op kan blijven zitten. Het glijdt gewoon in de val.

In het onderste deel van de kelk bevindt zich een afscheiding die verschillende enzymen bevat waarmee de prooi kan worden afgebroken en verteerd. Als de afscheiding niet aanwezig is, kan de plant prooien niet verteren. De val droogt dan op en v alt eraf.

Goede verzorging voor de vorming van veel kelken

Om ervoor te zorgen dat een vleesetende plant veel kelken kan vormen om insecten te vangen, moet de carnivoor een geschikte locatie hebben en goed verzorgd worden.

Vleesetende planten geven de voorkeur aan:

  • Een lichte locatie met veel zon
  • hoge luchtvochtigheid van meer dan 40 procent
  • Temperaturen in de zomer tussen 20 en 32 graden
  • Wintertemperaturen van 10 tot 16 graden

Vleesetende planten kunnen er niet tegen als het plantensubstraat uitdroogt. Ze houden ook niet van hard water, dus voor het besproeien kan alleen regenwater of mineraalwater worden gebruikt.

Overwinter bekerplanten niet op een koele plaats

Bekerplanten kunnen bij constante temperaturen worden overwinterd. In de winter vormen zich alleen kleinere kelken dan in de zomer.

Tip

De grootte van de prooi die een vleesetende plant in zijn kelk kan vangen, hangt af van de diameter van de kelk. Wespen passen ook in grote openingen.

Aanbevolen: