Zeer weinigen kunnen beweren duindoorn in hun tuin te hebben. Deze wilde fruitboom is uiterst sierlijk, heeft eetbare vruchten en is niet veeleisend qua locatie en verzorging. Redenen om hem eens nader te bekijken als tuinplant
Hoe kun je met succes duindoorn kweken en verzorgen in de tuin?
Duindoorn in de tuin vraagt om een zonnige standplaats, voldoende ruimte en diepe grond met een lichtzure pH-waarde. De verzorging omvat weinig water geven en bemesten, maar regelmatig maaien om de twee tot drie jaar. Gekweekte rassen zijn beter geschikt om ongewenste worteluitlopers te vermijden.
De waarde ervan als sier- en commerciële boom
Duindoorn is het hele jaar door decoratief. Als het niet de fel oranjegele bessen zijn, die van de late zomer tot de winter aanwezig zijn, dan zijn het wel het zilvergroene blad dat mooie accenten toevoegt aan de tuinwereld.
Naast de sierwaarde is duindoorn een indrukwekkende nuttige plant. De bessen zijn eetbaar en behoren tot de meest vitaminerijke vruchten van allemaal. Zorg ervoor dat je minimaal één mannelijke en één (beter twee) vrouwelijke exemplaren plant.
Ideale plekken in de tuin
Duindoorn voelt zich thuis waar het zonnig en warm is. Door zijn hoogte tot 6 m en breedte tot 4 m heeft hij veel ruimte nodig en mag hij niet onder bomen in de tuin worden geplant. Ook hecht hij waarde aan diepe grond met een lichtzure pH-waarde en een losse structuur.
Geschikte locaties zijn bijvoorbeeld te vinden op omheiningen, heggen, op de achtergrond en op gazons. Door de jaren heen ontwikkelt duindoorn zich tot een effectief en natuurlijk privacyscherm. Tegelijkertijd kan het dienen als windscherm en om de ondergrond vast te zetten. Last but not least is het een waardevolle vogelvoeder- en beschermboom en goed te combineren met:
- Aronia
- vlierbes
- lijsterbes
- Hondenroos
- Sleedoorn
- Meijdoorn
Welke zorg is nodig?
Duindoorn blijkt robuust tegen ziekten en plagen. Bovendien vereist het geen tijdrovende verzorgingsprocedures zoals andere bomen in de tuin. Naarmate hij ouder wordt, regelt hij het grotendeels alleen.
Water geven kan vanaf het tweede jaar worden verwaarloosd. Ook is het niet nodig om kunstmest toe te voegen, omdat duindoorn gedijt op voedselarme substraten. Er mag slechts één snede per twee tot drie jaar worden uitgevoerd.
Tips en trucs
Let op: Duindoorn vormt bij voorkeur worteluitlopers waarmee hij padplaten en straatstenen optilt. Plant hem niet direct naast trottoirs en kies liever voor gecultiveerde variëteiten, aangezien de wilde soort zich meer verspreidt.
