Alleen als je de gladiolenbollen op de juiste manier plant, kunnen de kleine knollen zich ontwikkelen tot sterke planten met prachtige bloemstelen. Ook de plantdiepte is belangrijk, zodat de scheuten niet omwaaien door de eerste wind.
Hoe gladiolen correct planten?
Om gladiolen correct te planten, plant u de bollen van half mei tot juni (in milde streken vanaf eind april), plaatst u de bollen met het kiempunt naar boven en houdt u een plantafstand van 10 tot 15 cm aan en een plantdiepte van tweemaal de uiendiameter.
Gladiolenbollen planten
Omdat gladiolen niet winterhard zijn, worden de bollen pas in de grond gezet als er geen nachtvorst meer wordt verwacht. De optimale planttijd is ongeveer half mei tot juni, in milde streken zelfs vanaf eind april.
Volg deze stappen bij het planten:
- Verwijder de grond van onkruid en maak het goed los.
- Werk wat volwassen compost en hoornkrullen (€ 52,00 op Amazon) in de grond.
- Graaf een plantgat.
- Als de grond leemachtig of kleiachtig is, voeg dan wat zand toe aan de kleine put als drainage.
- Plaats de uien in de grond met het vegetatiepunt (kiempunt) naar boven gericht.
- Bedek gladiolenbollen met tuingrond.
Hoe diep plant je?
Als je wilt dat gladiolen heel vroeg bloeien, kun je het kiempunt uit de grond laten steken. De ui kan echter minder goed ingroeien en heeft meestal extra ondersteuning nodig om te voorkomen dat hij omv alt.
De optimale plantdiepte is tweemaal de boldiameter. Als u de vroege bloei niet wilt missen, kunt u de bollen binnen kweken.
De juiste plantafstand
Om ervoor te zorgen dat gladiolen optimaal tot hun recht komen, moet je ze in kleine groepen planten. Maar plaats de bollen niet te dichtbij, zodat de gladiolen voldoende ruimte hebben om zich te ontwikkelen. Een plantafstand van 10 tot 15 centimeter is ideaal. Dit is afhankelijk van de groeihoogte van de gladiolen en staat meestal vermeld op de plantenverpakking.
Tip
Zorg er bij het kopen van gladiolenbollen voor dat ze groot en stevig zijn en nog niet zijn uitgelopen. Omdat de bollen geen grond ter beschikking hebben, moeten ze een deel van hun voedingsstoffen opgebruiken, slecht groeien en vaak niet meer bloeien.