De onderhoudsvriendelijke winterjasmijn, ook wel gele jasmijn genoemd, wordt commercieel verkocht als niet-giftige tuinplant. Het bevat enkele stoffen die in hogere concentraties giftig zijn. U moet afzien van het eten van de eivormige vruchten. Ze worden niet als lekker beschouwd.
Is winterjasmijn giftig voor de mens?
Winterjasmijn, ook wel gele jasmijn genoemd, bevat stoffen die in hogere concentraties giftig kunnen zijn. Het eten van de eivormige vruchten moet worden vermeden, omdat ze niet als smakelijk worden beschouwd. Niettemin wordt de plant in de winkels aangeboden als niet-giftig.
De bloeiperiode van winterjasmijn duurt meestal van januari tot ongeveer april. In een milde winter verschijnen de gele bloemen echter vóór Kerstmis. Ze zijn, in tegenstelling tot de knoppen, enigszins gevoelig voor vorst. Deze verdragen vorst tot -15 °C. Plant de mooie winterbloeier daarom het beste op een plek beschut tegen de wind.
Winterjasmijn in de geneeskunde
Het thuisland van de gele jasmijn ligt in Oost-Azië, Mexico, Guatemala en de Atlantische kust van Amerika. Daar gebruikten de Indianen winterjasmijn bij het vissen omdat het actieve ingrediënten bevat die in hoge doses verlammingen veroorzaken, vergelijkbaar met curare. Winterjasmijn is echter niet geschikt voor de zelfbehandeling van klachten of ziektes. Het medische gebruik was lange tijd controversieel.
Als Gelsemium sempervirens wordt gele jasmijn of winterjasmijn gebruikt in de homeopathie. Het wordt gebruikt tegen verschillende aandoeningen. Er wordt gezegd dat het een ondersteunend effect heeft bij de behandeling van migraine of voorjaarsvermoeidheid. Het wordt ook gebruikt bij veel verkoudheid of lichamelijke en geestelijke uitputting, maar ook bij duizeligheid en concentratieproblemen.
Toepassingsgebieden van Gelsemium sempervirens:
- Hoofdpijn, bijvoorbeeld bij griep
- Migraine
- verschillende verkoudheden
- (lente)vermoeidheid
- mentale of fysieke uitputting
- Vertigo
- Moeite met concentreren
Tip
Winterjasmijn bloeit meestal bijzonder mooi op een plaats beschermd tegen de wind, omdat de bloemen niet te veel vorst kunnen verdragen. Als ze toch bevriezen, zijn er meestal voldoende knoppen over.