Net als alle levende wezens hebben planten voedsel nodig om te groeien en om energie te verkrijgen voor hun stofwisseling. Ze nemen drie van de belangrijkste voedingsstoffen op, namelijk koolstof, waterstof en zuurstof, als gassen uit de lucht of als componenten van water uit de bodem. Maar daarnaast hebben ze nog een hele reeks andere voedingsstoffen nodig die wij ze moeten leveren.

Hoe moet je een moestuin bemesten?
Om een moestuin optimaal te bemesten, moet je de planten verdelen in zware feeders, medium feeders en zwakke feeders en organische of organo-minerale volledige meststoffen gebruiken volgens de doseringsinstructies. Ook is het raadzaam om de tuingrond regelmatig te kalken en af en toe door een gespecialiseerd laboratorium te laten onderzoeken.
De belangrijkste regels bij het bemesten
Bijna alle voedingsstoffen voor planten zitten in de bodem, maar door het oogsten en verwijderen van plantenresten verwijdert de tuinman ook de daarin gebonden voedingsstoffen, waardoor de bodemreserves geleidelijk aan uitgeput raken. Het doel van bemesting is dus het voortdurend aanvullen van de bodemreserves.
Bemesting aanpassen aan de plantensoort
In principe zijn tuinplanten (en dus ook groenteplanten) onderverdeeld in zware feeders, medium feeders en zwakke feeders. Dit onderscheid vertelt je hoeveel voedingsstoffen een plant nodig heeft. Gebruik bij voorkeur organische of organo-minerale volledige meststoffen, bereid volgens de doseringsinstructies van de fabrikant voor zware eters, de helft van de dosis voor middelgrote eters en een kwart van de dosis voor lichte eters. Vermijd overbemesting van de bodem, omdat enerzijds fosfaten enz. zich in de grond ophopen - en anderzijds overbemesting en ondervoeding kunnen leiden tot groeistoornissen en een verhoogde vatbaarheid voor ziekten en plagen. Bovendien kunnen typische overbemestingsziekten optreden, die uiteindelijk de opbrengst verminderen.
Welke groenten hebben hoeveel kunstmest nodig?
De volgende tabel laat zien welke groenten veel kunstmest nodig hebben en welke weinig. Als u uw tuin bemest met compost, moet de extra volledige meststof die wordt gebruikt voor zware en middelzware feeders met de helft worden verminderd. In dit geval krijgen zwakke eters geen volledige bemesting meer. Als u in het voorjaar regelmatig twee tot drie liter compost per vierkante meter verspreidt, kunt u ook helemaal achterwege blijven en in plaats daarvan tot 150 gram hoornschaafsel (€ 32,00 bij Amazon) per vierkante meter gebruiken voor zware voeders en tot 100 gram voor middelgrote feeders.
Zware eters | Middeneters | Zwakke eter |
---|---|---|
Komkommer | Witloof | struikboon |
Aardappel | Chinese kool | Erwt |
kool | Aardbei | Lamsla |
Pompoen | Venkel | Kruiden |
Paprika's | Wortelen | kers |
Rabarber | knoflook | Postelein |
Selderij | Koolrabi | Radijs |
Tomaat | Snijbiet | Rap |
Courgette | Pastinaak | |
suikermaïs | peterselie | |
Prei | ||
Radijs | ||
Bieten | ||
Salades | ||
Spinazie |
De moestuin goed bekalken
Zeer weinig tuiniers weten de exacte pH-waarde van hun tuingrond. Niettemin moet de grond af en toe worden gekalkt, en dit gebeurt volgens dit schema als er regelmatig compost wordt gebruikt: Strooi elke twee tot drie jaar in het vroege najaar een langzaam werkende kalkmeststof volgens de doseringsinstructies van de fabrikant. Bij twijfel dient u een iets lagere dosering te gebruiken.
Laat uw tuingrond onderzoeken
In principe is het een goed idee om de grond ongeveer elke vier jaar door een gespecialiseerd laboratorium te laten onderzoeken en vervolgens tips te krijgen voor een bemesting op een manier die geschikt is voor de bodem. Een grondonderzoek is uiterlijk nodig als de groenteplanten vaak groeistoornissen of witverkleuring van de bladeren vertonen of er zelfs mislukte oogsten optreden met onbegrijpelijke oorzaken.
Tip
Zelfgemaakte plantenmest gemaakt van brandnetels en smeerwortel zijn beproefde organische vloeibare meststoffen die de planten snel van stikstof en potas voorzien. Beide bevatten ook andere voedingsstoffen en plantversterkende stoffen, zoals het silica uit brandnetel.