Als je de waterkraaienpoot wilt planten, moet je de plant op zijn minst een beetje van tevoren hebben bestudeerd. Anders zou je erg teleurgesteld kunnen zijn. Het volgende profiel geeft u de belangrijkste informatie.
Wat zijn de kenmerken van de waterkraaienpoot?
De waterboterbloem (Ranunculus aquatilis) is een meerjarige waterplant uit de boterbloemenfamilie. Hij groeit in vijvers, sloten en heidebossen en verlangt een standplaats in de volle zon tot halfschaduw. De bloeiperiode loopt van mei tot augustus en de plant is giftig en zuurstofrijk.
Kort en krachtig – een profiel met de belangrijkste feiten
- Plantenfamilie: Boterbloemenfamilie
- Latijnse naam: Ranunculus aquatilis
- Plantengroep: waterplanten
- Herkomst: inheemse plant, bijna wereldwijd verspreid
- Voorkomen: vijvers, sloten, heidebossen
- Levensduur: meerjarig
- Groei: kruipend, lange scheuten, plat
- Bladeren: groen, afwisselend
- Bloeiperiode: mei tot augustus
- Bloem: komvormig, witgeel
- Locatie: volle zon tot halfschaduw
- Waterdiepte: 20 tot 100 cm
- Voortplanting: delen, zaaien
- Speciale kenmerken: giftig, zuurstofrijk
Waar de kraaienpoot het liefst groeit
Je vindt de waterkraaienpoot vooral waar het nat is. Dit kan zowel in Duitsland als in andere delen van de wereld zijn. Het heeft een groot verspreidingsgebied.
Deze plant is zeer geschikt voor stilstaand en langzaam stromend water. Het wordt vaak gebruikt voor het planten van grotere tuinvijvers. Het fungeert als een natuurlijke waterzuiveraar. De waterkraaipoot geeft de voorkeur aan voedselrijk water met een modderige, humusrijke bodem. Het is winterhard en houdt van limoen.
Zo ziet het er in detail uit
De kraaienpoot wordt gemiddeld tussen de 10 en 50 cm hoog. Het spreidt zich plat uit. De wortels staan onder water en dat geldt ook voor sommige bladeren. Sommige bladeren drijven op het wateroppervlak. De bloemen doen hetzelfde met hun lange stelen.
Het groene blad is afwisselend rond de lange scheuten gerangschikt. Het is groenblijvend, kaal en gesteeld. De ondergedompelde bladeren, de duikende bladeren, zien er draadachtig uit en zijn verdeeld in haardunne stukjes. De drijvende bladeren, die tot 2 cm breed kunnen worden, zijn daarentegen rond en drielobbig.
In de vroege zomer - rond mei - verschijnen de bloemen van de waterkraaienpoot. Ze zijn tot augustus aanwezig op het wateroppervlak of net daarboven. Ze zijn 2 cm breed. Vijf vrijstaande bloemblaadjes zetten de toon. Ze zijn wit gekleurd. Een gele kleur stra alt vanuit het centrum van de stralende, hermafrodiete en radiaal symmetrische bloemen.
Tip
Let op: de plantensappen uit de waterkraaienpoot kunnen huidirritatie veroorzaken. Draag daarom bij het hanteren beter handschoenen en consumeer nooit delen van de plant! De plant is giftig!