Een prachtige tuin bevat meestal een verscheidenheid aan verschillende planten. Wintergroene struiken en/of coniferen zorgen voor wat kleur in de winter. Een spar is niet de slechtste keuze, maar moet zorgvuldig worden gekozen.
Welke soorten zijn bijzonder geschikt?
Een bijzonder populaire en zeer decoratieve sparrensoort voor de tuin is de Suikerbroodspar (bot. Picea glauca conica), een ondersoort van de witte spar. De kroon lijkt op een suikerbrood, vandaar de naam. Hij wordt zo'n drie meter hoog en past daardoor in een niet al te grote tuin. Snoeien is niet nodig om de vorm te behouden.
Heb je wat meer ruimte, dan kan de spar ook wat groter zijn, zoals de manenspar (bot. Picea breweriana), die zo'n zes meter breed en tien meter hoog is. De hangende zijtakken geven hem een heel elegante uitstraling. Ook de Servische spar (bot. Picea omorika) is vaak in tuinen te vinden.
De egelspar (bot. Picea glauca Echiniformis) is ook geschikt voor zeer kleine tuinen en is zelfs geschikt voor het beplanten of omranden van graven. De egelspar wordt slechts zo'n centimeter hoog en heeft een bolvormige groei. Ze zijn verkrijgbaar met groene naalden of als blauwe egelspar in blauwgroen.
Interessante sparrensoorten voor de tuin:
- Egelspar (bot. Picea glauca Echiniformis)
- Manenspar (bot. Picea breweriana)
- Servische spar (bot. Picea omorika)
- Suikerbroodspar (bot. Picea glauca conica)
Waar moet ik rekening mee houden bij het planten van sparren?
Plant sparren niet te dicht bij elkaar, maar ook niet te dicht bij andere planten. Enerzijds hebben deze bomen voldoende ruimte nodig, anderzijds tasten de vallende naalden de grond aan, waardoor deze licht zuur wordt en dat kunnen maar weinig andere planten verdragen. Daarnaast mag je nooit een spar planten op een plek waar voorheen een spar heeft gestaan, dat is daar niet goed voor.
Tip
Kies voor een kleine tuin een dwergvorm van sparren; grote soorten hebben voldoende ruimte nodig om er goed uit te zien. Ze zijn ook erg gevoelig voor wind.