Elk kind weet het: in de herfst veranderen de bladeren van kleur en vallen ze af. In de winter zijn de bomen kaal, om in het voorjaar weer uit te lopen. Alleen coniferen blijven zelfs in de winter groen. Er zijn echter nog meer bomen die geen bladeren verliezen: ze vormen een belangrijk stilistisch element in het tuinontwerp.
Welke bomen verliezen geen bladeren?
Bomen die geen blad verliezen zijn meestal coniferen zoals sparren en sparren, maar ook groenblijvende loofbomen zoals buxus. Semi-groenblijvende bomen zoals akebia en liguster behouden hun blad tijdens milde winters, terwijl wintergroene bomen zoals haagbeuk en eik hun gedroogde bladeren behouden tot de lente.
Waarom loofbomen in de herfst hun bladeren afwerpen - en coniferen niet
Als loofbomen in de winter hun vaak grote en dunne bladeren zouden behouden, zouden ze bij vorst doodvriezen. Het gevoelige blad heeft geen bescherming tegen vorst, maar moet door de boom van water en voedingsstoffen worden voorzien. In principe dient de val van de herfstbladeren om de boom te beschermen: als hij zijn bladeren zou behouden, zou hij ze niet kunnen voeden of beschermen tegen de kou en zou hij daarom onvermijdelijk beschadigd raken. In plaats daarvan ha alt het de voedingsstoffen uit de bladeren (wat de reden is dat het blad van kleur verandert) en gooit ze vervolgens weg. Coniferen daarentegen hebben een andere strategie ontwikkeld: hun bladeren, de naalden, zijn heel klein en bovendien omgeven door een beschermende waslaag. Daarom kunnen ze in de winter niet doodvriezen en aan de boom blijven.
Welke bomen verliezen geen bladeren?
De meeste coniferen, met uitzondering van de Europese lariks, zijn groenblijvend. Er zijn ook groenblijvende loofbomen die je kunt herkennen aan hun hele kleine, dikke bladeren. Een typisch voorbeeld is de buxus. Er zijn echter ook andere varianten waarbij bomen in de winter hun bladeren behouden.
Groenblijvende bomen
Groenblijvende bomen behouden hun bladeren het hele jaar door en vervangen alleen oude bladeren. Afhankelijk van de boomsoort blijven de bladeren tussen de drie en tien jaar aan de boom. Naast de coniferen zijn er enkele groenblijvende loofbomen, hoewel dit geen bomen zijn. Maagdenpalmen zijn bijvoorbeeld:
- Bamboe (Nandina domestica)
- Kersenlaurier (Prunus laurocerasus)
- Vuurdoorn (Pyracantha)
- Holly (Ilex)
- Buxus (Buxus sempervirens)
Semi-groenblijvende planten
Semi-evergreens zijn bomen die groen blijven in milde winters en hun bladeren alleen afwerpen bij zeer ijzige temperaturen. Tot deze groep behoren bijvoorbeeld de akebia (Akebia quinata, ook klimkomkommer) en de ovaalbladige liguster (Ligustrum ovalifolium). Deze soorten zijn ook geen bomen, maar eerder een klimplant en een haagplant.
Wintergroene bomen
Wintergroene planten daarentegen behouden hun bladeren (die vaak uitgedroogd en dus bruin zijn vanaf de herfst) en gooien ze pas weg als in het voorjaar de nieuwe bladeren verschijnen. Deze groep omvat enkele inheemse loofbomen zoals de haagbeuk, de eik of de gewone beuk.
Tip
Bamboe kan enkele meters hoog worden en wordt vaak gebruikt voor het planten van heggen, maar botanisch gezien wordt het beschouwd als een gras en niet als een boom.