De teunisbloem (Oenothera) is een veelzijdige bloeiende vaste plant voor kleurrijke vaste plantenbedden en borders. De vrolijke bloemen sieren ook natuurlijk aangeplante meerjarige weiden en zonnige grind- en rotstuinen. De populaire zomerbloem vermeerderen door gekochte of zelf verzamelde zaden te zaaien.
Wanneer en hoe moet je teunisbloemen zaaien?
Afhankelijk van de soort worden teunisbloemen gezaaid door rechtstreeks in de tuinbed te zaaien tussen juni en augustus of door voorkweek op de vensterbank vanaf maart. Jonge planten kunnen in mei naar buiten worden verplaatst. Zorg ervoor dat je een zonnige locatie kiest met goed doorlatende grond en houd de grond altijd licht vochtig.
Het juiste moment
Wanneer de tijd rijp is om te zaaien, hangt af van de soort. Direct zaaien in de tuinbed gebeurt meestal tussen juni en augustus, hoewel de jonge planten vanaf maart ook thuis op de vensterbank kunnen worden gekweekt. Als je al teunisbloemen in de tuin hebt staan en niet specifiek nieuwe op een andere plek wilt zaaien, kun je de planten gewoon zichzelf laten zaaien en dat scheelt weer wat werk.
Bloemen pas in het tweede jaar
Maar of u nu de voorkeur geeft aan jonge plantjes of direct in de tuin zaait, de teunisbloem bloeit pas in het tweede jaar. In het eerste jaar ontwikkelt zich slechts een lage bladrozet; de daadwerkelijke hoogtegroei en daarmee de bloei vindt pas het volgende jaar plaats.
Voorkweek en direct zaaien
Voor de voorkweek plaats je de zaden vanaf maart in potten met potgrond (€ 6,00 op Amazon) en houd je ze altijd licht vochtig. De resulterende jonge planten kunnen vanaf ongeveer half tot eind mei buiten of in potten worden getransplanteerd. Direct zaaien gebeurt zoals beschreven:
- op een zonnige locatie met tamelijk arme, goed doorlatende grond.
- Graaf het bed grondig uit en verdun het indien nodig met een beetje zand.
- Hark de grond zo dat alle grotere stukken grond fijn verkruimeld zijn.
- Verspreid de zaden in voren van ongeveer twee centimeter diep.
- Bedek de zaden losjes met fijne aarde.
- Houd het zaaioppervlak altijd licht vochtig.
De latere jonge planten moeten op een afstand van ongeveer 25 centimeter worden gescheiden.
Overwinterende teunisbloemen
Aangezien teunisbloemen over het algemeen als zeer winterhard worden beschouwd, kunnen de jonge planten zonder zorgen buiten worden gelaten. Zorg er echter voor dat u de vaste planten niet plant op locaties die in de winter nat zijn; winternatheid is voor teunisbloemen erg moeilijk te verdragen. Een krachtige snit in de herfst of tegen het einde van de winter stimuleert de vroege bloei.
Tip
Er is een hele reeks moderne hybride variëteiten (waaronder “African Sun”, “Camel” of “Firework”) die niet kunnen worden vermeerderd door alleen te zaaien. In dit geval is vermeerdering uit halfrijpe stekken echter mogelijk in de vroege zomer.