In de particuliere en commerciële fruitteelt wordt onderscheid gemaakt naar boomvorm. Het relevante criterium is de betreffende stamhoogte. Deze gids informeert u over de verschillende categorieën en hun mogelijke toepassingen. Een zinvolle maattabel biedt een algemeen overzicht van alle opties voor de moestuin.
Welke boomvormen zijn er in de moestuin?
Er zijn verschillende boomvormen in de moestuin: hoge stam (160-200 cm stamhoogte, 800-1200 cm uiteindelijke hoogte), halve stam (100-160 cm stamhoogte, 500-800 cm uiteindelijke hoogte), lage stam (60-100 cm stamhoogte, 300-500 cm uiteindelijke hoogte) en spindel (40-60 cm stamhoogte, 250-300 cm uiteindelijke hoogte). De selectie is afhankelijk van de beschikbare ruimte en de gewenste oogsthoeveelheid.
Boomvormen in een kort overzicht in tabelvorm
Het planten van een fruitboom in je eigen tuin is geen bijproject. Controleer vooraf goed of uw favoriet daadwerkelijk geschikt is voor uw tuin. In de eerste stap van het besluitvormingsproces komt de boomvorm in beeld, omdat uw selectie hier de basis legt voor mogelijke kroonvormen. In de volgende tabel maakt u kennis met boomvormen in privéboomgaarden:
Boomvorm | Kofferbakhoogte | gemiddelde verwachte uiteindelijke lengte |
---|---|---|
Hoge stam | 160 tot 200 cm | 800 tot 1200 cm |
Halve koffer | 100 tot 160 cm | 500 tot 800 cm |
Niederstamm | 60 tot 100 cm | 300 tot 500 cm |
Spindel | 40 tot 60 cm | 250 tot 300 cm |
Als bijzondere vorm is de zuilboom een steile carrière begonnen om de particuliere fruitteelt voor balkontuinders en volkstuinders mogelijk te maken. De zijscheuten ontspruiten als vruchthout aan de stabiele middenscheut, waardoor de vruchten direct aan de stam bungelen. De slanke vorm vereist een bescheiden plantafstand van 50 centimeter en groeit tot een hoogte van 200 tot 400 centimeter.
Boomvormen nader onderzocht
Kennis van de stamhoogte alleen is niet voldoende om een weloverwogen beslissing te nemen over de juiste fruitboom. De volgende uitleg geeft meer informatie:
Hoge stam
De teelt van hoogstamfruit is alleen mogelijk als de tuin een oppervlakte van minimaal 10 x 10 m kan bieden. Thuistuinders overwegen deze boomvorm vooral als ze een zitje naast de fruitoogst willen schaduwen of als ze kleine dieren dicht bij de natuur willen houden. Klassiekers voor de teelt als standaardstelen zijn appels, peren en vooral sterk groeiende zoete kersen.
Halve koffer
Appels, peren, pruimen, abrikozen en zure kersen zijn voorbestemd voor halve stelen. Met een stamhoogte tot 160 centimeter scoort deze boomvorm met ongecompliceerd snoeien en oogsten. Thuiskwekers waarderen het dat halfstamfruit eerder de opbrengstfase bereikt en dankzij een kleinere kroon groter fruit produceert. Onder normale algemene en weersomstandigheden kunt u uw eerste oogst al na 5 tot 6 jaar oogsten.
Niederstamm
Als de tuinruimte beperkt is in nieuwe ontwikkelingsgebieden, wordt de lage stamvorm interessant voor hoveniers. In tegenstelling tot spil of kolom kunnen hogere gewasopbrengsten worden verwacht. Snoeien kan eenvoudig worden gedaan met behulp van een kleine ladder. Bovendien vereist het oogstwerk geen gevaarlijk klimmen, zoals in majestueuze hoge stammen.
Spindel
Dankzij deze boomvorm kunnen eigenaren van een kleine tuin zich ook verheugen op een rijke fruitoogst. Met een stamhoogte van 40 tot 60 centimeter op de plantdag bereikt de spindel door de jaren heen een maximale hoogte van 250 tot 300 centimeter. Kenmerkend is dat de zijscheuten horizontaal omhoog staan, wat continue snoeimaatregelen met zich meebrengt. Bovendien heeft een kardinaalsmuts levenslang een steunpaal nodig.
Obstbaumschnitt Der Kurs Theorie Kap. 4 Baumformen
Tip
Bij het zoeken naar de perfecte fruitboom zijn boom- en kroonvormen niet de enige criteria. Houd ook rekening met uw tijdscapaciteit voor de snijverzorging. Perzikbomen vereisen elk jaar een uitgebreide onderhoudssnoei, terwijl zoete kersen tevreden zijn met een eenvoudige uitdunningssnoei om de 3 tot 4 jaar.